In memoriam

Zij die ons zijn voorgegaan in leven en dood

2024

Pater Robert Suykens

Geboren op 11 augustus 1939in Puurs

Religieuze geloften op 8 september 1960

Priester gewijd op 1 augustus 1965

Missionaris in Indonesië en in België

Overleden op 29 augustus 2024 in Torhout

Het leven van Rob als missionaris in Indonesië speelde zich af op twee eilanden: eerst 29 jaar op Sulawesi, en daarna in de hoofdstad Jakarta. De eerste jaren onderging Rob een echte vuurdoop in Messawa, diep in de bergen, bekend voor het animistisch geloof met zijn specifieke huwelijks- en dodenfeesten. Verplaatsingen gebeurden te voet of te paard. Op het verafgelegen eiland Muna, waar de opbrengst van de oogsten door uitzonderlijke droogte een grote armoede teweegbracht, beleefde hij aangrijpende ervaringen. Hij zocht mee te helpen aan de ontwikkeling van die streek. Niet wat hij deed, maar hoe hij het deed tekende hem ten volle uit, zoals het een confrater uitdrukte: "Een mens, een priester, een missionaris met een hart voor mensen, heel dienstbaar, mild en vol begrip met een zachte vriendelijkheid."

Naast het parochiewerk op verschillende locaties, werkte Rob ook mee aan de vorming van de jonge kandidaat-Scheutisten in Makassar. Bij elke nieuwe benoeming heeft Rob steeds "ja" gezegd, niet een slaafs ja-knikken, maar een "ja" dat hij waarmaakte in de dienst die hij kon bewijzen: beschikbaar in dienst staan van God en van de mensen. Zo schreef hij zelf: "Toen ik in het jaar 2000 een herseninfarct kreeg, kwam ik meer en meer tot het besef dat God mij geroepen heeft om als priester beschikbaar te staan. Als een dienaar die tracht altijd tevreden te zijn met wat hij heeft, wat men hem geeft, waar mijn overste mij zendt: een dienaar die niet beschikt over een woordenvloed, maar die tracht stil zijn woord aan de daad te verbinden." Voor hem waren dit geen ijdele woorden, want heel bescheiden voegde hij eraan toe: "Ik vind dat ik daar in zekere mate in geslaagd ben en ik mag terugblikken op een vruchtbaar leven." Maar die beschikbaarheid beleefde hij niet alleen tijdens de 47 jaar in Indonesië. Ook tijdens zijn ziekte is hij God blijven dienen in de vele jaren van geleidelijke aftakeling, die hij met veel geduld heeft doorleefd.
Hij heeft doorheen zijn lijden gehoorzaamheid geleerd, zoals we lezen in de brief aan de Hebreeën in verband met Jezus. Die gehoorzaamheid was voor hem een kracht waarop hij steunde. Hij bleef helemaal zichzelf en is in die moeilijke periode van zijn leven missionaris gebleven: zijn mildheid, zijn vriendelijkheid en zijn grote dankbaarheid werkten aanstekelijk. Hij was een bron van vreugde voor de mensen die hem verzorgden en hielpen bij de verplaatsingen.

Theresia van Lisieux, die ook veel heeft geleden in de beslotenheid van haar klooster, ontdekte en formuleerde haar roeping, haar missieroeping in die enkele woorden: "Mijn roeping is liefde." In die liefde heeft ze heel de wereld omarmd. Zo heeft Rob vele mensen naar zich toegetrokken. Hij was de stille getuige van diep geloof en van onvoorwaardelijk vertrouwen in God, van wie hij de nederige dienaar was. Rob heeft tot de laatste dagen van zijn leven veel genegenheid mogen ontvangen van zijn familie, van het personeel en de confraters, maar ook van vele vrienden die hem nabijheid kwamen geven. Zo is Rob van ons heengegaan, zoals hij heeft geleefd: dankbaar en helemaal klaar om voor de laatste keer "ja" te zeggen aan God, zijn unieke Overste.

Fernand Degroote

Pater Robert Carlier

Geboren op 17 februari 1929 in Staden
Religieuze geloften op 8 september 1948
Priester gewijd op 12 september 1954
Missionaris in Congo (Kasaï) en in België
Overleden op 26 juli 2024 in Torhout

Vooraleer Robert naar zijn missie in Congo vertrok, studeerde hij nog drie jaar Kerkelijk Recht in Rome. Zo was het in 1958 dat hij kon vertrekken naar West-Kasaï. Hij zal er 35 jaar werken.

Hij begon als schooldirecteur in Kananga, en werd daarna professor filosofie voor een tiental jonge Congolese Scheutisten. Hijzelf schrijft daarover: "Ik was geen goede leraar. Ik las niet genoeg. Ik was te veel bezig met pastoraal werk, jeugdbeweging en voetbal."

In 1963 stichtte hij de parochie van Katoka Saint-Martin de Porres. Vanaf 1966 was hij gedurende drie jaar secretaris van Mgr. Martin Léonard Bakole wa Ilunga. Daarna kon hij volop genieten van pastoraal werk in het binnenland: Tshikula, Katende en Kabuluanda. En in de stad Kananga, op de parochies Saint-Clément en Sainte-Famille. Hij voelde zich vooral in zijn sas in het binnenland, in de dorpen. Toen hij reispater was, deden parochianen hun beklag dat hun velden al dagenlang werden verwoest door een olifant. Ze zochten hulp. Robert was nog nooit op jacht geweest. Met een Mauser, die hij kreeg van een confrater, de nodige papieren van de Staat en enkele jagers ging hij die olifant te lijf. Roberts naam was gemaakt. "Zolang antilopen en leeuwen niet kunnen spreken, blijven de jagers de helden van de verhalen."
Na die eerste olifant werden het er meer. Robert en zijn jagers leerden omgaan met echte geweren.
Er groeide een hechte band onder hen. Veel nachten trok Robert met enkele mannen op jacht naar wild. Dat was geen hobby of geen sport. Het was echt op jacht gaan naar eten. Jagen gaf hem veel voldoening. Robert schreef: "Tijdens het jagen noemden ze me Robert, maar zodra we uit het bos waren, werd ik weer 'mon Père'."

Omwille van zware diabetes moest hij in 1993 terug naar België komen. Voor een term van zes jaar diende hij als rector van het huis van Scheut. Robert hield van vertellen. Hij kon een kort verhaal lang maken.
Hij kende alleen goede confraters. Over de andere zweeg hij. Nooit ging hij mee in een negatief verhaal. Ook niet als Club Brugge drie keer naeen niet kon winnen. Hij was een rechtschapen man.

Bij verschillende gelegenheden getuigde hij van zijn geloof. Het was duidelijk: vanuit zijn geloof, was hij een gelukkige missionaris tot in zijn oude dag.

In 1999 kwam Robert wonen in de gemeenschap van Torhout. Van daaruit deed hij vele jaren dienst als aalmoezenier van het WZC van Oostkamp. Gedurende de 25 jaar dat hij in Torhout woonde, heeft hij er de gemeenschap helpen vormgeven. Hij had een bijzondere aandacht voor zieke confraters en was heel attent voor het personeel en de vrijwilligsters.

De banden met zijn familie waren sterk: hij werd dikwijls uitgenodigd en er kwam ook regelmatig bezoek. Voetbal hield hem wakker, en kaarten – ook buitenshuis, bij Samana of Okra – was zijn verzet.

Toen zijn gezondheid verzwakte, bleef hij hardnekkig deelnemen aan de activiteiten in de gemeenschap: in de kapel, aan tafel, in de living. Hij is vredig overleden op zijn kamer, in de ochtend van 26 juli.

Arnold Quartier,CICM

Pater Willy Vanhaelewyn

Geboren op 12 oktober 1939 in Roeselare
Religieuze geloften op 8 september 1959
Priester gewijd op 2 augustus 1964
Missionaris in Congo (Lisala) en in België
Overleden op 16 juni 2024 in Torhout

Het was geen toeval dat Willy tijdens zijn studiejaren in Leuven tot burgemeester werd verkozen. Het was een communiteit waarin iedereen zijn talenten kon ontdekken en ontwikkelen: boekbinden, timmeren, bloemen onderhouden, vogels koesteren, musiceren of schilderen …
Samen met een paar zielsgenoten zorgde hij met linodruk voor de gedachtenisprentjes van de priesterwijding van vele confraters. Met vuur en humor kon Willy de gemeenschap levendig houden. Hij was geen man van lange teksten met moeilijke termen. Hij hield van eenvoudige woorden.
Hij ging er nooit slordig mee om. Korte teksten die we soms zelf op orde moeten zetten om te begrijpen.

In 1965 vertrekt Willy naar Congo. Ook daar is hij de man die samenbrengt en begeestert. Zoals Jezus, zal hij zijn weg zoeken tussen de mensen, delend in hun lief en hun leed. Zoals Jezus, staat hij in het leven, broos, arm, machteloos, soms onbegrepen. Toch gaat er van hem een bezieling uit, een boodschap die mensen gelukkig maakt.

Hij komt aan in Lisala. Zoals bij iedereen, begint het met de taalstudie: een discrete les in nederigheid. Daarna zal hij vier jaar 'priester van de dorpen' zijn: elke dag op reis om mensen te tonen dat ze belangrijk zijn voor Gods nieuwe wereld. We zijn na het 2de Vaticaans Concilie. Willy voelt de noodzaak om zich te verdiepen in de veranderingen in het denken en doen van de Kerk. Daarom gaat hij een jaar studeren in Abidjan (Ivoorkust). Van 1971 tot 1982 is hij directeur van het catechistencentrum van Bobadi.

Dan wordt hij verkozen tot Provinciaal Overste. Negen jaar zal hij confraters bezoeken, bemoedigen, stimuleren en troosten. Want al die jaren is het een onrustige tijd in Zaïre / Congo. Samen met de bisschoppen probeert hij de toekomst te plannen. Van 1992 tot 1997 – na zijn mandaten als Provinciaal – is hij werkzaam als pastoor in Yakamba en Gwaka. Het vraagt een bijzondere aandacht voor de taal van de streek.

In België zijn ze Willy en zijn capaciteiten niet vergeten. In 1997 doen ze beroep op hem om hier te werken. Hij wordt rector van de Scheutgemeenschap in Schilde, maar niet voor lang. In 1999 wordt hij Provinciaal Overste van Vlaanderen / Nederland, twee keer voor een mandaat van drie jaar. Zijn capaciteiten als luisteraar en moderator, zijn optimisme en zijn humor komen goed van pas. Na zes jaar doet hij tijdens een korte periode parochiewerk in Egem. In 2007 trekt hij in bij de confraters van het huis van Kortrijk. Hij is dan 68 jaar oud. Hij zal zich nog 16 jaar lang ten dienste stellen van de Zusters van het Lyceum Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen en van het Woon- en Zorghotel Heilig Hart in Kortrijk. Hij blijft bezorgd om het welzijn van mensen, al laat hij dat niet altijd blijken. Als hij het nodig vindt, kan hij vinnig uit de hoek komen met rake opmerkingen. Die jaren waren zeker een tijd van verdieping, want veel van zijn teksten zijn dan gedateerd. Hoe kunstig hij ook kan zijn met pen en penseel, een dromer is hij niet. Hij is realistisch en kan zijn verantwoordelijkheid opnemen.

In 2023 komt Willy op rust in de gemeenschap van Torhout, waar hij stilaan zijn weg vindt. Hij is een geliefde confrater. In de morgen van zondag 16 juni 2024 doet hij ons schrikken: hij ligt dood te gaan naast zijn bed. Hulp kan niet meer baten.

"De Heer is mij ongezien voorbijgelopen op mijn kronkelpaden, om me telkens te kunnen opwachten. Ik begrijp het niet, ik ben elke keer verrast Hem weer tegen te komen. Dat maakt mij blij." Dat is ongeveer wat we lezen op zijn gedachtenisprentje.

Willy, zó veel mensen zijn je dankbaar.

Arnold Quartier,CICM

Pater Paul Jacquemart

Geboren op 7 oktober 1931 in Grand-Halleux
Religieuze geloften op 8 september 1953
Priester gewijd op 3 augustus 1958
Missionaris in Congo – Boma, Kimpangu (Matadi) en België
Overleden op 13 maart 2024 in Embourg

Na een eerste missieterm in Muanda aan zee, werd Paul benoemd in Boma-Kalamu, een cité met 35.000 inwoners.Hij leefde en werkte er met Pater Jean Fabry, een jonge pastoor van 35 jaar, met Pater Louis Vancoppernolle, een ervaren missionaris van 52 jaar, met een piepjonge confrater en met Abbé Ferdinand Tsumbu. Een stevig en vrolijk team.
Naast zijn pastorale bezigheden was Paul de man van het werk in de tuin.
De mensen van de cité stonden in bewondering voor zijn werkkracht, zijn verzorgde tuin en zijn doorzettingsvermogen.

In 1965 waren er nog 100 Scheutisten en een twintigtal inlandse priesters, actief in Boma.

25 jaar later waren er 200 inlandse priesters en nog enkele Paters van Scheut in het bisdom Boma. Ook waren er 30 goed georganiseerde parochies met talrijke leken-medewerkers.
De hospitalen en scholen waren in handen van de Congolezen.

Een nieuwe uitdaging.
Mgr. Gabriël Kembo, bisschop van Matadi, klopte toen aan bij Scheut, om twee afgelegen missieposten in zijn Bisdom, Luvaka en Kimpangu, over te nemen. Paul Jacquemart, Gustave Penninckx en Jean Messe boden zich aan. Even later kwamen Jean Beckers en broeder Jan van den Heuvel het drietal vervoegen.

Deze groep Scheutisten had een klaar en duidelijk plan: nieuw leven inblazen in een gemarginaliseerde regio. Jean Beckers schreef indertijd in ons tijdschrift Scheut en Famille:
"Dankzij de volharding van broeder Jan werden 7 waterpompen geïnstalleerd in het ziekenhuis en in de cité rondom. Dankzij de ervaring en het geduld van Jean Messe werden motoren van het hospitaal en van verschillende voertuigen weer op gang gebracht.
Missionaris zijn dat wil zeggen:
Leven met God, jouw voedsel zoeken in het Woord van God en tegelijk:
dicht bij de mensen zijn,
je hun lot en hun dromen eigen maken."

Na 40 jaar dienstbaarheid aan de Kerken van Boma en Matadi, kwam Paul definitief naar België terug. Hij bracht zijn laatste levensjaren door in ons huis van Embourg en tot slot in het Rust- en Verzorgingstehuis in Mehagne.

Taak volbracht. Moge hij rusten in vrede!

Leonard Heyse, CICM

Broeder Jozef Soenen

Geboren op 5 september 1937 in Rumbeke
Religieuze geloften op 22 augustus 1963
Missionaris in Congo (Kasaï) en in België
Overleden op 21 maart 2024 in Torhout


Jefs nonkels waren boeren. Het was aangewezen dat Jef ook in de boerenstiel zou gaan. Maar, na zijn militaire dienst treedt hij in 1962 binnen bij Scheut. Na zijn intrede ging hij voor een A3-bouwkunde naar de technische school in Kortrijk. In 1965 volgde hij een jaar catechese in Gent.

In november '66 vertrok hij naar Congo, waar hij ging werken in Oost-Kasaï, Kabinda. Hij begint er als bouwer. Zijn eerste project is een klooster voor zusters, dan huizen voor leraars.

Maar, in 1969 wilde de nieuwe bisschop van Kabinda een deel van de veestapel overbrengen naar zijn bisdom. Hij deed daarvoor beroep op broeder Jef. Na enkele maanden stage bij confraters in andere bisdommen en met een pak schriften, kon hij starten in Kabinda. Op het aangewezen terrein begon hij met het bouwen van de elementaire gebouwtjes en de deeping. Daar kreeg hij van de werkers de naam Mulenda, een naam die de bewondering uitdrukt voor zijn sterkte en vooral om hoe hij zelf aan de slag ging in de diepe put van die deeping. Maar het wordt een valse start. Het terrein bestemd voor de koeien is besmet met slaapziekte. Al het werk moet dus overgedaan worden, eerst een tiental kilometer verder, en later – na een uitbreiding – nog twintig kilometer. Tot in 1999 blijft hij verantwoordelijk voor de veestapel die zal oplopen tot zo'n 2.000 koppen. Verspreid over de concessie leefden de koewachters en hun families. Jef kende ze allemaal, van groot tot klein. De kinderen waren verzot op Mulenda. Een ritje kunnen meemaken in de auto was een kermis. Het meeleven met al die families, in goede en kwade dagen, kleurde Jefs dagen. Hij noemde hen 'mijn parochianen'.

Als hij gehoor vond, kon Jef smakelijk vertellen over het reilen en zeilen bij de koeien en bij zijn werkers. Anderzijds kon hij iemand de pieren uit de neus halen. Eén van hart en één van ziel waren geen ijdele woorden. Jef was een parel in de communiteit. Hij kon echt met iedereen opschieten.

In 1999 werden de koeien verspreid en gestolen door militairen en rebellen. Een pijnlijk einde van wat Jefs levenswerk kon worden. Hij beperkt zich nu tot het tuinieren rond ons huis, maar hij kon er zich niet uitleven.

In 2000 keerde hij – na een verlof in Vlaanderen – niet meer terug naar Kabinda, maar trok naar West-Kasaï, Kananga. Hier werd hij verantwoordelijk voor de brandstof, de groentetuin en het kleinvee.

Hij bleef er tot 2018 en dan kwam hij terug naar België. Hij woonde een korte tijd in Zuun en vervoegde dan, in februari 2019, de gemeenschap van Torhout. Daar zette hij zich in voor het onderhoud van de tuin, met een bijzondere zorg voor de grot. Jef zag erop toe dat het afgevallen fruit niet verloren ging.

Eind 2023 ging het allemaal moeilijker. Hij bleef dankbaar voor wat hij mocht beleven. Hij vertrouwde op de dokters en het personeel, maar de ziekte begon aan hem te knagen en maakte werken onmogelijk. Ontelbare keren zei hij hoe gelukkig hij was in Scheut en hoe goed voor hem werd gezorgd.
Hij overleed op 21 maart 2024.

Arnold Quartier CICM

Pater Adriaan De Poorter

Geboren op 6 november 1939 in Olsene
Religieuze geloften op 8 september 1959
Priester gewijd op 2 augustus 1964
Missionaris in Congo (Kinshasa / Inongo) en in België
Overleden op 25 februari 2024in Torhout


In Olsene werd Adriaan geboren, in een groot boerengezin, waar zijn vader jong overleed en zijn moeder met zeven kinderen de boerderij moest rechthouden. Daar heeft hij leren werken, maar ook de taal spreken van de loonwerkers: direct en soms een beetje ruw.

Adriaan studeerde aan 2 middelbare scholen in de steek van Waregem. In 1958 trad hij binnen in het noviciaat, dat ook 'het boerenjaar' werd genoemd omwille van de grote groep van 66 novicen. Hij deed er zijn geloften in 1959. Daarna volgde hij de gewone priesteropleiding, tot aan zijn wijding op
2 augustus 1964, en vertrok het jaar daarop naar Congo, naar het bisdom Inongo. Met spijt moest hij, omwille van gezondheidsredenen, na vijf jaar terugkeren naar België. Na enkele jaren dienst vertrok hij opnieuw naar Inongo, maar amper twee jaar later kwam hij in 1975 definitief terug naar België.

Wij vinden hem terug op twee verschillende domeinen. Eerst en vooral in de jeugdzorg als aalmoezenier van een scoutsgroep in Stasegem en verder in de bijzondere jeugdzorg van jongeren met problemen: "Onze Kinderen" in Rumbeke. Later werd hij pastoor in Hansbeke en nog later verzekerde hij de zondagspastoraal in Retie. Daar had hij zijn hart verloren. Een tweede werkdomein was dat van de verschillende diensten in de Provincie. Adriaan was een harde werker, sterk en niet bang voor avontuur. Zo vinden wij hem in de verzendingsprocuur in Scheut. Daarna reed hij vanuit Boechout vele jaren met de ophaalwagens van Wereldmissiehulp, en van daaruit werkte hij mee aan een project voor hulp aan Roemenië. Toen hij in 2010 naar Schilde ging, toonde hij in zijn werk in de groentetuin en de serre dat hij een sterke boerenzoon was. Hij was terecht fier op zijn werk.

In oktober 2023 ging hij noodgedwongen voor verzorging naar Torhout. Hij was niet meer de sterke Janus, en zijn krachten verzwakten. Adriaan had nog één droom: zijn 60-jarig priesterjubileum vieren in Retie. Hij had al 174 mensen uitgenodigd en hij leefde ernaar toe. Het ging niet alleen om een feest, maar zo schreef hij: "Verschillende families, die relatieproblemen hadden met elkaar, gaan zich verzoenen… spons over het verleden en mekaar weer ontmoeten in de geest van onze goede grootouders en ouders." Dat was Janus ook! Hij was als een aarden pot, broos en breekbaar, maar doorheen de barsten liet hij een schat zien die stilaan zichtbaar werd: zijn geest van dienstbaarheid, zijn sociale bewogenheid en zijn kunst om duurzame vriendschappen te onderhouden. Nu mag hij aanzitten aan de feesttafel die de Heer voor hem heeft bereid, een feesttafel met overvloed van spijzen.

Fernand Degroote CICM

Broeder Leo Wets

Geboren op 23 april 1939 in Sint-Genesius-Rode
Religieuze geloften op 1 mei 1958
Missionaris in Congo (Kasaï) en in België
Overleden op 19 februari 2024 in Torhout


Leo is geboren in 1939, als het tweede kind in een gezin van 10. Hij studeerde aan de technische school van Mechelen in de houtafdeling. Op 17,5-jarige leeftijd ging hij binnen in het noviciaat in Zuun en legde zijn eerste geloften af als broeder in 1958. En die roeping paste echt bij Leo: hij was zachtmoedig en nederig van hart. Leo wou niet opvallen, maar dienen en goed zijn.

Het Evangelie van vandaag is zeer toepasselijk op Leo. Jezus is in Galilea en ontmoet Filippus. Hij zegt hem: "Kom met mij mee." "Volg mij dus." Dat heeft ook Leo gedaan, en hij is meer dan 60 jaar trouw gebleven aan die roep van de Heer. Filippus ontmoet Nathanaël en vertelt hem over Jezus. Als Jezus Nathanaël ontmoet zegt hij: "Dat is een echte Israëliet, iemand die altijd eerlijk is." Zo was Leo: een doodeerlijke man, die transparant was. Leo had niks te verbergen.

Na zijn noviciaat werd Leo naar Kortrijk gestuurd, waar hij zich verder bekwaamde in bouw en schrijnwerkerij. Op 23-jarige leeftijd kon hij vertrekken naar de West-Kasaï in Congo. Hij zou er 33 jaar blijven. Hij had er twee hoofdactiviteiten: bouwen en verantwoordelijke zijn van een grote veestapel. Als bouwer heeft hij heel wat verwezenlijkt: hij richtte o.a. twee kerken op, een sociaal centrum en deed aan grote verbouwingen.

Ik zag hem aan het werk op de missie van Lubunga. Samen met Antoon Desimpel bouwde hij er een zeer bescheiden maar mooie missiepost en ook een huis en dispensarium voor de inlandse zusters. Leo werkte altijd heel mooi zijn bouwwerken af. Zijn laatste jaren in Congo bracht hij door in het provinciaal huis van Kananga, waar hij voor het onderhoud van de gebouwen instond.

In 1996 kwam hij voorgoed naar België, om ten dienste te staan: vooral om kamers van overleden confraters te schilderen en ze klaar te maken voor nieuwe bewoners. Leo is blijven werken tot rond zijn 75. Hij kon nu meer tijd nemen voor zijn familie en zijn vele hobby's. Hij hield van de natuur, van vogels, bloemen en planten en van een wandeling. En hij was een verwoede kaarter. Een andere passie van hem was postzegels verzamelen. Maar, zijn grootste passie was voetbal en hij was een hevig supporter van KV Mechelen.

De laatste maanden werd Leo regelmatig opgenomen in het ziekenhuis. Maar, hij verzwakte zienderogen en stierf in de nacht van 18 op 19 februari in ons huis van Torhout. Leo was 84. Hij was een voorbeeld van een goede, zeer gedienstige religieus.

Leo, rust nu in vrede,

Frans Van Humbeeck CICM

Pater Cornelius Mattheus

Geboren op 18 juli 1937 in Messelbroek
Religieuze geloften op 8 september 1957
Priester gewijd op 5 augustus 1962
Missionaris in Congo (Kasaï) en in België
Overleden op 11 februari 2024 in Anderlecht


Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het Koninkrijk van de hemel (Mt 5,3)

Het overlijden van Nele kwam voor ons onverwacht. De laatste keer dat we hem zagen, nu enkele maanden geleden, zag alles er nog behoorlijk uit, moeilijk ter been, dat wel, wat trager, maar nog altijd even schalks en warm als vroeger.

Mijn herinnering aan Nele gaat heel ver terug, naar het eind van de vijftiger jaren van vorige eeuw, toen hij Chiroproost was in Blauwput-Kessel-Lo. Met zijn doorleefde bescheidenheid was hij van in het begin een van ons, een jongen uit het Hageland, de eenvoud zelve en die we – in tegenstelling tot de gangbare gebruiken – gewoon met zijn voornaam mochten aanspreken.

Bescheiden en eenvoudig is Nele heel zijn leven trouw gebleven aan zijn wortels en aan de vanzelfsprekende gemoedelijkheid die zijn streekgenoten eigen is. Met die ingesteldheid is hij naar Congo vertrokken. Hij werd reispater. Tussen de gewone mensen voelde hij zich thuis. Hij zat op dezelfde golflengte: hij sprak niet over de hoofden, maar paste zijn catechesemomenten aan zijn publiek aan. Hij zat op het niveau van de kinderen en ontwikkelde zo een methode die vele van zijn confraters inspireerde. Het waren gelukkige, vruchtbare jaren.

Nele had veel pijlen op zijn boog: zijn kennis van mechaniek en elektronica was zijn oversten niet ontgaan.
Hij werd verantwoordelijk voor de garage, het economaat en de drukkerij van het bisdom. Maar hij bleef vooral ook pastoraal actief. Dat was en bleef zijn roeping. Bijna veertig jaar lang heeft hij geleefd en gewerkt tussen de gewone mensen, maar ook als confrater die zich ten volle ten dienste stelde van de gemeenschap.

Dat deed hij ook toen hij terugkeerde naar België en in Bovenlo op rust ging. De tuin werd zijn werkterrein. Leven tussen de kleine juwelen van Gods schepping, de planten, de bomen en zijn geliefde bloemen.
De schoonheid van de natuur bracht hem dichter bij het mysterie, dat bron en einddoel was van zijn levenskeuze. Zoals Elia God ervoer in het suizen van de zachte bries, zo vermoedde Nele zijn aanwezigheid in het zachte wuiven van de bloemen.

Was Nele een man van de stilte, van weinig woorden, toch is hij altijd een pientere observator geweest van wat er zich rondom hem afspeelde. Hij had een merkwaardig grote mensenkennis en als hij die kennis met anderen deelde, was dat niet zonder een vleugje humor, en met een zeker relativeringsvermogen dat al te dikwijls ontbreekt in onze mensenwereld. Nele kon kritisch zijn, maar het was altijd goedbedoeld en nooit kwetsend.

Zijn hele leven werd gedragen door liefde, de liefde die met de woorden van de apostel 'niet afgunstig is, niet praalt, zich niet opblaast, niemand kwetst, zichzelf niet zoekt en niet verbitterd is, de liefde die het kwade niet aanrekent'. Nele was een man naar Gods hart.

Zo heeft de Heer hem ook gevonden deze week en Hij heeft zich omgord, hem aan tafel genodigd en hem overvloedig bediend (Lc 12,37). Wees welkom, Nele, in de vreugde van uw Heer.

Bart Van Thielen

Pater Arthur Verthé

Geboren op 2 april 1926 in Ingelmunster
Religieuze geloften op 8 september 1946
Priester gewijd op 29 juli 1951
Missionaris in Congo (Kinshasa) en in België
Overleden op 9 februari 2024 in Torhout


Arthur werd in Leopoldstad (Kinshasa) aangesteld als leraar in een school voor Congolezen. Hij werd ook aalmoezenier voor de Vlamingen. Van 1952 tot 1958 deed hij pastoraal werk in Kinshasa en werd hij medewerker aan verschillende socio-culturele activiteiten.

In 1958 werd hij naar België geroepen om te werken in een studiedienst rond Afrika. Zo was hij in België toen in 1960 honderden Belgen vluchtten uit Congo. Zeventien dagen en nachten bleef hij op de luchthaven van Zaventem om die mensen op te vangen. Hij schreef: "Ze kwamen aan in een vreemd land." Velen liepen letterlijk verloren tussen de talrijke problemen. Met enkele vrienden werd dag en nacht gewerkt om oplossingen te vinden. Het werd een hele organisatie, waarvoor de oversten van Scheut hem vrijstelden.

Tijdens een retraite groeide bij Tuur het idee om die diensten aan te bieden aan alle Vlamingen in de wereld die het wenselijk zouden vinden. Zo werkte Tuur wereldwijd langs 'Vlamingen in de Wereld'. Mettertijd zette de beweging zich in voor politieke en culturele bijstand. Zo trok hij op reis met kunstenaars, dichters en zangers. Meermaals vergezelde hij volksvertegenwoordigers, senatoren en bedrijfsleiders. Tuur genoot van die contacten en bewaarde zorgvuldig herinneringen. Door die activiteiten, die regelmatig de pers haalden, zagen veel confraters hem niet als een echte missionaris. Ze vonden dat hij een luxeleven leidde. Dat deed hem pijn.

Omwille van zijn werk ontving hij anderzijds verschillende onderscheidingen. Tussen het werken en reizen door zette Tuur zich aan het schrijven. Hij schreef zijn ontmoetingen en ervaringen uit in verschillende boeken. Hij schreef ook gedichten en haiku's. Hij publiceerde in verschillende tijdschriften. Was hij de man van werken voor en met anderen, hij werd meer en meer een man van het woord.

Uit klank en tonen
door gevoelens bevrucht wordt
het woord geboren.

Arthur ging met pensioen in mei 1986. Hij ging wonen in Brugge, in een appartement dat hij erfde van een tante. Hij onderhield er zijn wereldwijde contacten en bleef schrijven. Hij leefde er heel sober en kookte zelf. Hij genoot van elke ontmoeting. Een stom ongelukje zal zijn leven veranderen: hij struikelde en viel ongelukkig op de grond. Hij belandde in een rolstoel. Hij besefte dat hij niet langer alleen zou kunnen blijven wonen. Tuur kwam terecht in de gemeenschap van Torhout. Het was voor hem een grote aanpassing. Hij zei: "In Brugge was ik gelukkig. In Torhout ben ik content." Soms was hij veeleisend en moeilijk voor het personeel en wispelturig van karakter. Maar de hoofdtoon bleef toch dankbaarheid en appreciatie tegenover confraters, familie en personeel en fierheid voor wat hij had kunnen verwezenlijken.

Rond Nieuwjaar werd hij ernstig ziek. Het werd duidelijk dat hij zijn laatste dagen beleefde. Op vrijdagavond
9 februari is hij naar de Heer vertrokken. Tuur was een bijzonder mens, met vele gaven die hij goed heeft gebruikt.

Gedaan met smeken
en bedelen voor mezelf
want Gij zijt liefde.

Arnold Quartier CICM

Broeder Albert De Meyere

Geboren op 23 april 1934 in Sijsele
Religieuze geloften op 1 mei 1955
Missionaris in Congo (Kasaï) en in België
Overleden op 26 januari 2024 in Torhout


Albert was de oudste van elf. Vader overleed veel te vroeg. Berten kreeg een grote verantwoordelijkheid binnen het gezin. Toen zijn aanwezigheid minder noodzakelijk was, ging hij naar Scheut om er als broeder aan de slag te gaan, waar dan ook: hij zou gezonden worden. Het werd Congo, in Oost-Kasaï.

Wie voor het eerst met hem in contact kwam schrok wel even. Hij had een kleurrijke heftige taal, maar het duurde niet lang eer je de diepte voelde van zijn betrokkenheid met het werk van de missie.
Hij verloor geen tijd met bezig zijn over koetjes en kalfjes, maar op rustige momenten en als hij oprecht belangstelling voelde, kon hij met hart en ziel vertellen van zijn bezorgdheid en zijn avonturen.

Drieëndertig jaar was hij verantwoordelijk voor het onderhoud van de missie en de garage van Cilomba. Cilomba was een grote missie met talrijke gebouwen en veel activiteiten. Van 1980 tot 1995 leidde hij vanuit Kananga projecten van bruggenbouw en herbebossing. Met de chassis van afgedankte vrachtwagens stak hij talrijke bruggen ineen. Voor zovele 'onoplosbare' zaken vond hij een oplossing. Honderden koeien 250 km verder brengen, hoe doe ja dat? Berten improviseerde niet. Hij deed zelf de tocht, wist op welke chefs hij kon rekenen en wat hij ervoor zou moeten betalen. En alles verliep zonder problemen. Hoe sleep je een meterslange logge brug over de rivier? Berten loste het op.

In 1995 keerde hij definitief terug naar België. Hij verloor zich niet in verdriet om wat voorbij is.
Hij leefde in de tegenwoordige tijd. Stilzitten kende hij niet. Hij raakte in contact met Wereldmissiehulp, waar zijn creativiteit en werklust goed van pas kwamen. Hij zou zich ervoor blijven inzetten tot zijn laatste adem. Vooral het steunproject aan Roemenië kon rekenen op zijn grenzeloze inzet. Drieëndertig keer reed hij met geladen vrachtwagens naar Roemenië. Nieuwsgierig als hij was, won hij inlichtingen in over de Orthodoxe Kerk. Hun spiritualiteit intrigeerde hem.

In 2014 ging hij 'op rust' in de gemeenschap van Torhout. Vanaf de eerste dag, en zolang zijn gezondheid het toeliet, ging hij werken op het kerkhof, waar meer dan honderd confraters begraven zijn. Ondertussen zocht hij bananendozen bijeen en in de Kringwinkel legden ze alle breiwol opzij voor 'die met zijn lang haar', voor Roemenië. Wie denkt dat zijn haar alleen uit nonchalance lang was, vergist zich. Zijn paardenstaart was bestemd voor Think Pink, om pruiken mee te maken voor mensen met kanker. Broeder Albert zat vol onverwachte attenties. Zo bracht hij regelmatig bij de verpleging bloemen die hij kocht op de markt.

In 2020 stelde hij zelf voor om tijdens de vastenperiode voor te gaan in een kruisweg. Hij had geen veertien staties nodig. Het werd één lange bezinning over het lijden van Christus. Berten sprak niet over Jezus. Hij sprak over Christus. Christus die gestorven is voor alle mensen. Christus die stierf tussen twee moordenaars. Alleen met de goede moordenaar kwam het tot een gesprek: "Jezus, denk aan mij wanneer U in uw koninkrijk komt." – "Ik verzeker je, vandaag nog zul je met Mij in het paradijs zijn." En Berten besloot: "Ik hoop dat, als ik op het punt sta te sterven, Christus mij ook die woorden zal zeggen.": "Vandaag nog zul je met Mij in het paradijs zijn."

Die 'vandaag' was er opeens, vlugger dan verwacht, toen corona hem meenam, zomaar. Zijn blauwe stofjas, die zó vele jaren 'diende', bleef achter.

Arnold Quartier CICM

Pater Raymond De Caluwé

Geboren op 16 januari 1936 in Wachtebeke
Religieuze geloften op 8 september 1977
Priester gewijd op 27 mei 1961
Missionaris in Haïti en in België
Overleden op 23 januari 2024in Gent


Raymond deed zijn humaniorastudies in het Sint-Lievenscollege te Gent. Zijn roeping was priester worden, en zo ging hij naar het Klein Seminarie in Drongen voor zijn studies Filosofie. Theologie studeerde hij in het Groot Seminarie in Gent. Hij werd priester gewijd van het bisdom Gent,
op 27 mei 1961. Verdere studies Klassieke Filologie deed Raymond nog aan de Katholieke Universiteit in Leuven. Zijn eerste benoeming als leraar was in het Heilige Maagdcollege in Dendermonde, van 1965 tot 1976, en van 1966 tot 1976 was hij eveneens zondagpastoor in Denderbelle. In 1977 is hij lid geworden van de Congregatie CICM, nadat hij het noviciaat had gedaan in Arlington, VS. Vervolgens werd Raymond naar Haïti gestuurd als missionaris.

De mensen noemden hem Pè Remon. Hij werd benoemd op een parochie in Hinche, en was daarna zowel pastoor in Los Palis als professor in het College St.-Martin de Porrès in Hinche. Vervolgens was Raymond nog pastoor in Acul Samedi tot 2004. Dat zijn parochies in het binnenland van Haïti. Hijzelf schrijft: "Iedereen werkte daar op het land en deed nog iets erbij." Zelfs de vrederechter en de onderwijzer waren "peyzan" in hun vrije uren. Raymond had veel aandacht voor allen die op het land hun kost verdienden, en hij kon zich inleven in hun werken en streven naar beter.

In maart 2004 keerde hij definitief terug naar België, waar hij nog vele jaren aalmoezenier was in het bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes in Oostakker.

Raymond onderhield het meest de contacten met zijn familie in Wachtebeke. Zij heeft voor hem gezorgd tot aan zijn overlijden. Hij werd begraven in Wachtebeke.

In Haïti heeft hij geen grote projecten nagelaten. Hij werd geapprecieerd als een vriend die zeer toegankelijk was en geïnteresseerd in de problemen van zijn medemensen en hun zoektocht naar een beter leven.

Raymond had een zeer goede pen en was een goed observator. Van hem kennen we het boek
"Als de lambi roept", verschenen in 1989. Een verhaal over plattelandsmensen van Haïti. Bij het lezen van het boek leeft men mee met zovele Haïtianen die werken op het veld om te overleven. Hij had bewondering voor de manier waarop de Haïtiaanse mensen van het platteland – door hem genoemd "van het heuvelland" – zich door het leven werkten. Terug in België, ging hij luisteren naar het verhaal van mensen die op bedevaart kwamen naar Oostakker, met hun problemen van ziekte en tegenslag, en die sterkte en troost kwamen vragen aan Moeder Maria.

Op het einde was Raymond zieker dan gedacht, en hij is overleden in het UZ in Gent.

Op zijn gedachtenisprentje staat in het Creools:

Fè tout byen ou kapab                             Doe al het goede wat je kan
Tout tan ou kapab                                     zolang je kan
Tout jan ou kapab                                     zoveel je kan
Tout kote ou kapab                                   waar je maar kan
Pou tout moun ou kapab                        voor iedereen
Jouk tan ou pa kapab ankò…                 totdat je niet meer kan…

Dank u, Raymond,

Gaby Gheysens CICM

Pater Paul Snoeck

Geboren op 31 december 1936 in Wetteren
Religieuze geloften op 8 september 1955
Priester gewijd op 7 augustus 1960
Missionaris in Mexico, in de Dominicaanse Republiek, in de Verenigde Staten en in België
Overleden op 20 januari 2024in Sint-Pieters-Leeuw (Zuun)


Na zijn middelbare studies in Wetteren en Gent, meldde Paul zich aan in Scheut, want hij wilde missionaris worden. In 1961 zou hij naar de missies vertrekken, maar hij werd gevraagd om nog filosofie te studeren aan de universiteit van Leuven. De oversten hadden gezien dat hij over veel intellectuele gaven beschikte. Na het bekomen van het licentiaat in Leuven studeerde hij nog vier jaar theologie in Nijmegen.

In 1969 was hij klaar om te vertrekken, naar Mexico, in Cuernavaca om de Spaanse taal en de Latino-Amerikaanse cultuur te leren. Zo kon hij dat uittesten in de pastoraal in Santo Domingo in de Dominicaanse Republiek.

Na een jaar deed men beroep op hem om geestelijke begeleider te worden van de jonge confraters in opleiding in Washington. Dat zou hij vijf jaar doen.

Vervolgens deed hij zes jaar parochiepastoraal in Texas en Californië.

In 1984 werd hij benoemd voor de vormingsgemeenschap van CICM in Mexico, als rector en later als econoom. Ondertussen werkte hij mee in het pastoraal team in de volkswijken van Mexico. Na de sluiting van het vormingshuis kon hij daar fulltime werken. Gedurende 26 jaar bleef hij in dezelfde streek van Mexico.

In 2006 kwam hij definitief terug naar België, doch niet om te rusten, maar om animator te worden van de Scheut-gemeenschappen. Zo ging hij, vanuit de Rue Berckmans, overal retraites preken en recollecties begeleiden.

Zonder twijfel werd Pablo's missionarisleven gekenmerkt door de Maagd van Guadalupe. Haar beeltenis vergezelde hem tot op de laatste dag. Min of meer vijfentwintig jaar lang had hij het geluk om in Mexico niet ver van de heuvel Tepeyac te wonen, waar Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe aan de arme Juan Diego was verschenen.

Wat kunnen we over Pablito zeggen? Allereerst had hij een diepe liefde voor de armen en de gemarginaliseerden. Hij hield van hen en was ervan overtuigd dat zij de ware boodschappers van het Goede Nieuws waren. Hij luisterde met zijn hart naar hun problemen, deelde hun lijden, nam dikwijls met hen de maaltijd en bad met hen. Hij hielp hen om kleine gemeenschappen te vormen, die zich inzetten om armoede en de oorzaken ervan te bestrijden. Pablo vond het belangrijk om het leven van mensen te delen en zoveel mogelijk in dezelfde omstandigheden te leven. Hij schuwde geen huiselijke taken of diensten. Elke avond deed hij de afwas. Hij stond altijd klaar om te helpen. Regelmatig ging hij met emmers naar de vrachtwagens die drinkwater aanbrachten.

Pablo klaagde nooit en werd zelden boos. Hij was een zeer discreet man, niet in staat om iets slechts over iemand te zeggen. Tijdens vergaderingen drong hij zijn standpunt niet op en was hij vaak de laatste die sprak. Het gebed speelde een grote rol in zijn leven. Zijn laatste maanden waren erg pijnlijk, maar als iemand hem in het Spaans toesprak, lichtte zijn gezicht op. Mexicanen bleven in zijn hart tot zijn laatste adem.

"Er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht." Ja, we geloven dat hij leeft en dat hij het leven van God deelt, dicht bij Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe, die de armste mensen van Mexico en Latijns-Amerika zo dierbaar is.

Cyriel Stulens CICM

2023


Pater Joseph Smits

Geboren op 6 december 1929 in Zutendaal

Religieuze geloften op 8 september 1955

Priester, missionaris in de Filippijnen en in de Verenigde Staten

Overleden op 31 december 2023 in Arlington, Virginia (Verenigde Staten)


Op 31 december 2023 rouwde de provincie Verenigde Staten opnieuw diep om het verlies van een zeer gerespecteerde en vereerde confrater, Joseph Bosmans Smits. Hij werd geboren op 6 december 1929 in het Belgische Zutendaal , in het agrarische gebied van Limburg, waar de mensen bekend staan om hun vriendelijkheid, warmte en diep katholiek geloof.
De herinnering aan zijn jeugd heeft hem altijd vreugde en een aangenaam band met zijn familiewortels gegeven. Hij had ook grote bewondering voor zijn oudere broer, Lambert, die een geweldige CICM-missionaris was in de Filipijnen en later in de Filipijnse gemeenschap in de omgeving van Detroit. Zo besloot Joe ook Scheutist te worden.

Joseph ging op 8 september 1950 naar het noviciaat en legde zijn eerste geloften af op
8 september 1951 en zijn laatste geloften op 8 september 1955. Op 5 augustus 1956 werd hij priester gewijd. Hij werd eerst naar de Filippijnen gestuurd, waar hij gedurende een aantal jaren werkte aan het kleinseminarie van Notre-Dame de Guadeloupe.

In 1966 werd hij naar de Verenigde Staten gezonden. Van 1966 tot 1974 doceerde Joe godsdienst en algebra aan de Archbishop Wood High School .Uiteindelijk studeerde hij counseling (=begeleiding) en behaalde een certificaat in gezinstherapie en een Master in kunstonderwijs aan de Villanova Universiteit einde 1968. Van 1975 tot 1987 was hij raadgever van de Zusters van de Goede herder. Van 1987 tot 1998 was hij studentenaalmoezenier op het Gwynedd Mercy College. Gedurende al deze jaren bleef hij gezinstherapie geven met 10 tot 12 afspraken per week. In augustus 2016 ging hij op rust in Dominion House.

Ter gelegenheid van zijn 50-jarig priesterjubileum maakte hij deze mooie, oprechte en diepe reflectie over zijn leven, zijn relatie met God, met anderen en met zichzelf. Zijn woorden vatten op prachtige wijze zijn christelijke pastorale ethiek samen en geven inzicht in zijn hart en ziel: 

"Sinds de menswording van de Zoon van God, is het onze eerste taak in het leven om volledig mens te worden. Ik geloof dat dit de grote taak is die ons allemaal te wachten staat. Dus heb ik de afgelopen dertig jaar mijn best gedaan om mensen te helpen meer betekenis en een dieper geluk in hun leven en relaties te vinden. Ontdek dat de beste dingen in het leven geen materiële goederen zijn, maar kwaliteiten van het hart: tederheid, vergevingsgezindheid, mededogen, intimiteit, vriendelijkheid.
Elke zondag praat ik over God en wat het betekent om mens te zijn. Vandaag vertelde ik jullie een stukje van mijn eigen verhaal. Ik ben oud geworden, en als mijn einde komt, zal ik het ongetwijfeld bevend en nerveus tegemoet treden. Toch hoop ik, gerustgesteld en in vrede, het verhaal van mijn leven te kunnen vertellen aan degene die echt kan begrijpen wat de Eucharistie is, wat het woord betekent: 'Dankzegging'. Ik dank God dat ik door jullie allen mens geworden ben. Dank aan de Maagd Maria die mij het luisteren heeft geleerd. Ik dank jullie allemaal dat jullie mij in jullie leven de gezichten van Jezus hebben laten zien."

Moge hij rusten in vrede, en zoals hij voortdurend herhaalde, als mantra om anderen te troosten:
"Wees goed voor jezelf." 

  Richard Joseph TERGA, CICM

Pater André Vanderjeugt

Geboren op 19 mei 1933 in Boezinge

Religieuze geloften op 8 september 1954

Priester gewijd op 2 augustus 1959

Missionaris in Congo (Kasaï), Guatemala, Honduras en in België

Overleden  op 23 november 2023 in Torhout


Pater André deed humaniorastudies aan het college te Ieper, de stad die op dat moment in puin lag en aan de wederopbouw begonnen was na de Tweede Wereldoorlog. In 1953 trad hij binnen in het
CICM-noviciaat te Sint-Pieters-Leeuw. Hij studeerde filosofie in Anderlecht en theologie in Kessel-Lo en in Leuven. In 1960 vertrok hij naar zijn missie in Congo.

Na een korte taalstudie in Lusambo werd hij eerst reispater in Basubuke, maar het jaar daarop werd hij reeds benoemd als leraar, econoom én reispater met als standplaats het college van Kamponde.
Zes jaar later werd hij reispater in Katende, en weer drie jaar later deed hij dienst als econoom in het Grootseminarie te Kabwe. Alles samen is André 15 jaar in Kasaï werkzaam geweest.

In 1976 werd Guatemala getroffen door een vreselijke aardbeving, en – misschien door wat hij in Ieper had gezien – bood hij zich aan om als vrijwilliger in een project van wederopbouw te gaan werken.
Zijn enorme dienstbaarheid, zijn ervaring en praktische kennis werden ten zeerste gewaardeerd.
Hij bleef in Guatemala tot half­weg 1985, met tussendoor een kortstondig engagement als aalmoezenier bij vluchtelingen in de Verenigde Staten (1981) en in Honduras (1983).

Na enkele jaren missie-animatie in België bleef hij hier en zette hij zich van hieruit ten volle in voor vluchtelingen uit Mexico en voor allerlei ontwikkelingsprojecten in Guatemala, waar hij onder meer windturbines oprichtte in de bergen. Hij trok zich ook erg de zaak aan van de jonge confraters die in het begin van de jaren 1980 in Guatemala gedood of ontvoerd werden en als martelaars mogen worden beschouwd.

Een teamspeler was André niet echt. Hij was iemand die 's avonds bij het slapengaan allicht zong:
"I did it my way!" Hoewel hij in zijn omgang met mensen zeer sociaal was, bleef hij toch altijd wat gesloten, want zoals een dichter ooit zei: "Het diepste leven is een schuwe hinde." Vanaf 1985 woonde André in het ouderlijk huis te Boezinge, maar hij hield eraan om aanwezig te zijn bij de uitvaart van een confrater of als er een recollectie of bijeenkomst was in zijn referentiegemeenschap van Torhout.

Het is ook in die gemeenschap dat hij, op de leeftijd van 89 jaar, een veilige haven heeft gevonden.
Hij is er in alle sereniteit overleden in de vroege ochtend van 23 november. Wij zullen ons André herinneren als een man die enkele heel persoonlijke overtuigingen had, waar hij steeds op terugkwam: "Het geloof moeten we zien als een uitdaging die komt van Jezus zelf" en "durven wij daarop te antwoorden?"

Fernand Degroote, Werner Lesage en Gabriël Demeulenaere

Pater Vincent Van Meel

Geboren op 17 januari 1927 in Essen 

Religieuze geloften op 8 september 1947

Priester gewijd op 3 augustus 1952

Missionaris in Congo (Kasaï)en in België

Overleden op 20 november 2023 in Halle

Cit had na zijn vorming in Scheut de Normaalschool gevolgd in Torhout. Ik stel me hem voor als jonge missionaris en leraar in Ngandajika en Mbuji-Mayi: intelligent, nieuwsgierig en leergierig, open, kritisch ook. Met een stapel boeken waarschijnlijk. Want lezen heeft hij heel zijn leven gedaan. Tot vrijwel de laatste dag bijna. Fundamenteel verandert een mens eigenlijk niet.

Dertien jaar als leraar bij jongeren bracht hem inzicht in een andere cultuur. Jaren later sprak hij nog over die ervaringen. Vaak met humor, ook met ernst. Zichzelf blijven in en met respect voor een andere cultuur blijft een opgave voor elke missionaris. Cit is daarin geslaagd. Zestien jaar parochiepastoraal in Mbuji-Mayi, Muene Ditu en Luputa volgde daarna. Opnieuw een uitdaging, ditmaal om plaatselijke geloofsgemeenschappen hun leiders te laten kiezen, hen te vormen en aan te moedigen om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Ook daarin was Cit een meester.

Dan werd Cit tot Provinciaal Overste gekozen. Hij was de juiste man op de juiste plaats. De man van de 'no-nonsense'. Met de voeten op de grond. Zo had iedereen het graag. Zijn openheid zorgde ervoor dat hij eveneens aandacht had voor de veranderingen in de wereld. Permanente vorming en geloofsverdieping waren daarop een antwoord.

Op één van de provinciale raadsvergaderingen kwam een 'hot' thema aan bod: 'Rechtvaardigheid en Vrede'.
We spreken over de jaren '70 en '80. De woelige jaren na de onafhankelijkheid waren achter de rug. Nieuwe machthebbers dienden zich aan. Veelal dictators. Mobutu was er zo één. In Recht en Rechtszaken waren de paters niet zo beslagen. En toch was dit belangrijk om de mens in de straat te beschermen en te verdedigen tegen flagrant onrecht en uitbuiting. Er werd iemand gezocht om die studies aan te vatten als voorbereiding op een engagement in het kader van Rechtvaardigheid en Vrede. Jonge priesters en medebroeders zagen het bekomen van een doctoraatsdiploma wel zitten. Maar Cit dacht anders. Hij zei: "Ik zoek een vrouw. Een vrouw voelt meer de situatie aan. Zij is zorgzamer. En van hogerhand kan men haar wel tegenspreken en boycotten, maar men zal haar nooit fysisch aanvallen, omdat zij een vrouw is. Zij staat borg voor leven dat zij in zich draagt, en dat leven is heilig." En dus dacht hij aan een vrouw, een zuster, een religieuze, die verstandig was, en al bewijs had geleverd van haar onvermoeibare inzet voor het lot van gewone mensen. En dus werd zij aangeduid om die studies aan te vatten. Scheut betaalde die. Je moet lef hebben om zo'n beslissing te nemen. Cit, de man van de 'no-nonsense'. Wijze mensen nemen meestal wijze beslissingen.

Cit was 66 jaar oud toen hij definitief terugkwam naar België. Negenendertig jaar 'missie' had hij achter de rug.
Hij kwam naar de gemeenschap van Kessel-Lo. Op rust. Zijn ogen waren slecht geworden. Maar, hij had zijn aandeel in het gemeenschapsleven: zijn aanwezigheid elke morgen bij de confraters op de verzorgingsafdeling, beginnend met: "Goeiendag"; hen met de rolstoel naar de kapel brengen, naar het koffiemoment of naar de 'potus' en terug; ook doodgewone taken in de keuken, bij de afwas. Het was zijn invulling van op-rust-zijn-in-gemeenschap. Wanneer hij dan terug naar zijn kamer ging, zei hij: "Ik ga mijn boek lezen." Hoe dikwijls zou hij dat gezegd hebben? Zijn luister-apparaat was zijn meest trouwe toeverlaat, in Kessel-Lo en later in Zuun. Tot enkele dagen voor zijn dood zelfs.

Alleen vertelde hij nu veel minder dan vroeger wat hij had gelezen. Maar, lezen deed hij. En zijn trouw aan de gemeenschap bleef dezelfde: stille aanwezigheid.

Als alles gezegd is, is stilte de enige taal waarnaar nog kan geluisterd worden. Als een leven zo goed als voltooid is, is alleen stille aanwezigheid het enige wat je nog verbindt met anderen, met je medebroeders, met de Ander,
het enige wat nog betekenis en zin geeft.

Dat maakt een mens dankbaar na een boeiend leven in dienst van anderen. Een dankbaar mens sterft nooit.

Cit, dank voor alles. En lees nu maar verder.

Jan Reynebeau

Pater Frans Gevaert

Geboren op 4 juni 1932 in Merksem

Religieuze geloften op 8 september 1952

Priester gewijd op 3 augustus 1958

Missionaris in Congo (Kasaï), de Filipijnen, Italië en in België.

Overleden op 3 augustus 2023 in Malle

Pater Frans, beter gekend als pater Sus, werd geboren op 4 juni 1932 in Merksem als tweede van de zes kinderen in de familie Gevaert-Adriaenssens. Na zijn humaniorastudies in het Sint-Jan Berchmanscollege in Antwerpen trad hij in 1951 binnen in het noviciaat van Scheut en legde er zijn eerste geloften af op
8 september 1952.

Na het noviciaat werd hij naar de Gregoriana in Rome gestuurd en behaalde er een licentie in filosofie. In 1955 keerde hij terug naar België en deed zijn studies in theologie in Kessel-Lo en Leuven. Hij werd priester gewijd op 3 augustus 1958.

Van 1959 tot 1961 was hij professor van filosofie in Kessel-Lo en in Scheut. In 1961 begon hij zijn doctoraatsstudie aan de KU Leuven en behaalde een doctoraat in filosofie in 1964. Opnieuw werd hij benoemd als professor van filosofie in Kessel-Lo en Scheut tot 1967.

Na het schooljaar in 1967 vertrok hij naar Kasaï, Congo. Zijn eerste benoeming was als reispater in Muetshi. Na twee jaar kennismaking met het leven in de afgelegen dorpjes werd hij professor filosofie benoemd in het seminarie van Kabwe. Een jaar later werd hij teruggeroepen naar België om filosofie te doceren in Zuun en later in Kortrijk.

In 1976 vertrok Sus naar de Filipijnen. Hij werd eerst onderpastoor in Paco, Metro Manila, daarna vice-provinciaal en later provinciaal van de Filipijnse Scheut-provincie. Vanaf 1991 mocht Sus zich weer volledig toewijden aan parochiepastoraal, als onderpastoor of pastoor achtereenvolgend in Parañaque, Lagro Novaliches en Mabuti Pastol in Quezon City.

In 2002 werd Sus benoemd als rector van het CICM Collegio Missionario in Rome. Enkele jaren later keerde hij voorgoed terug naar België en deed als medewerkend priester dienst in de parochies van O.-L.-Vrouw Koningin en de Heilige Familie in Schoten. Sedert 2021 verbleef Sus in het missiehuis van Scheut in Schilde. De mensen van de parochie kwamen hem elke zondag halen om voor te gaan in de eucharistieviering.
Op 3 augustus, de 65ste verjaardag van zijn priesterwijding, is hij zachtjes in de Heer ontslapen in het ziekenhuis van Malle.

Sus was een filosoof met een grote liefde voor het Evangelie. Vele jaren was hij professor van filosofie in verschillende vormingshuizen binnen en buiten de Congregatie. Maar bovenal wilde hij dicht bij de mensen zijn, met hen spreken en discussiëren, hen onderrichten. Hij voelde zich vooral gelukkig in de parochiepastoraal, in de wijngaard van de Heer. Nu mag hij voor eeuwig rusten bij de Heer.

Luc Colla

Broeder Paul Depoorter

Geboren op 9 mei 1941 in Emelgem

Religieuze geloften op 1 juni 1960

Missionaris in Congo (Kasaï) en in België

Overleden op 11 juli 2023 in Kortrijk

Paul is geboren in Emelgem, als derde kind in een gezin van zeven. Na het college van Waregem trok hij naar Zuun voor het noviciaat en sprak zijn eerste geloften uit op 1 juni 1960. Daarna werd hij één van de allereerste bewoners van het nieuwe Missiehuis van Scheut in Kortrijk, als student aan het VTI.

Op 21 december 1965 kon Paul vertrekken naar Kananga-Kasaï-Congo. Eerst was hij 2 jaar leraar aan de technische school en dan gedurende 7 jaar leraar, directeur, verantwoordelijke voor het internaat in de normaalschool van Nguema. Hij vervulde al die taken en opdrachten schitterend en werd door de leerlingen op handen gedragen.

In 1974 kwam hij naar België om technische studies A1 te volgen, maar werd afgeleid en kwam als lid van het missieteam in Kortrijk terecht in de animatie. Hij hielp mee aan retraites, gaf conferenties en trok speciaal naar de technische scholen. Dat duurde drie jaar.

Terug in Kananga bleef hij 22 jaar lang verantwoordelijke voor 'de(n) Atelier'. Naast de garage voor de auto's van het aartsbisdom was een aparte dienst voor motoren, generatoren, frigo's en allerlei machines. Een veelvoud aan onderhoud en herstellen van pannes. Na jaren had hij een onderlegde ploeg medewerkers en 'de(n) Atelier' draaide volop.

Paul verkoos om mee te wonen in een stadsparochie bij een confrater pastoor. Hij werd ook medeverantwoordelijke voor de selectie en eerste vorming van de kandidaat-Scheutisten. Bij die jonge mannen kreeg hij de koosnaam tutu Paul (= grote broer Paul) en sommigen onder hen werkten mee in 'de(n) Atelier'.

Vanuit zijn leven in een parochie en als grote broer werd hij geconfronteerd met de vluchtelingenstroom begin de jaren 90: 'de refoulés' uit de mijnprovincie Katanga. Een trio confraters hielp voluit mee aan de opvang en het settelen van heel veel mensen. Ze verkozen de naam PIJama: Paul, Ivo Vanvolsem en Jacques Mevis. Het bleef daar niet bij. Na de crisisjaren groeide het onthaalcentrum voor uitgestotenen en zwervers uit tot Mpokolo wa Muoyo (Bron van Leven), dat tot op vandaag een toevluchtsoord is voor uitzichtlozen, speciaal minderjarigen.

Toen aanhoudende gezondheidsproblemen Paul verhinderden om zijn vele taken ernstig te vervullen, kwam hij in België genezing zoeken. 1999 werd zijn definitieve terugkeer. Na verzorging werd hij eerst econoom in ons huis in Kessel-Lo en vervolgens werd Kortrijk zijn thuis. Hij zou er 22 jaar wonen. Als geen ander is hij verbonden met het Missiehuis in de Scheutistenlaan. Vanaf het begin, in 1960, als vormingshuis, later in het missieteam en ten slotte – na de verbouwing tot klooster voor missionarissen op rust – maakte hij de geschiedenis van Scheut-Kortrijk mee. Hij kende alle confraters die hier gewoond hadden en ook de medewerk(st)ers en zusters. Hij wist waar de waterputten en riolering, de leidingen, kabels en bijhorende lagen en heengingen; wie het schuurtje en de garages, de kippenren en het konijnenkasteel hadden aangebracht, het voetbalplein tot bos hadden omgevormd en nog zó veel dingen meer.

Maar zijn 22 jaar in Kortrijk zijn vooral gekenmerkt door zijn vrijwilligerswerk in De Branding. Hij trok daar iedere morgen heen om bij mensen met een ernstige geestelijke of lichamelijke beperking aanwezig te zijn. De corona-epidemie brak die aanwezigheid abrupt af, maar de vele sympathiebetuigingen naar aanleiding van zijn overlijden vanuit De Branding getuigen van diepe waardering voor Paul.

Het staat niet vast dat er een band is tussen corona en de ziekte die hem velde. Toch is het zo dat hij vanaf die tijd verzwakte en het hem steeds meer moeite kostte om bloemstukken te maken en zijn gewaardeerde kerstversieringen en andere creaties naar de kapel te brengen. Tot op het laatst had hij zijn verjaardagswensen en feestmenu's klaarliggen. Hij was al 14 dagen in het ziekenhuis toen aan het bord in de living nog de gelukkige verjaardagsfelicitaties voor onze jongste medebroeder werden gehangen.

Jozef Laevens

Pater Luc Van den Wijngaert

Geboren op 21 juni 1937 in Hoboken

Religieuze geloften op 8 september 1956

Priester gewijd op 6 augustus 1961

Missionaris in Congo (Kinshasa) en in België

Overleden op 21 april 2023 in Sint-Pieters-Leeuw (Zuun)


Priester en leraar, dat was het leven van Luc. Zo wou hij dienstbaar zijn. Zo wou hij missionaris zijn. Hij had oog voor mensen in nood, eenzame mensen aan de zelfkant van de maatschappij die dorsten naar wat warmte en erkenning. Het bepaalde zijn levenskeuze en begon in de grote gevangenis in Rome, nadien in Congo en bij de Leuvense gedetineerden. Heel zijn leven zou hij veel aandacht hebben voor de vele organisaties die zich inzetten voor de derde wereld.

Lesgeven van filosofie, godsdienst, Frans en Spaans was zijn ding: zowel jongeren als ouderen kritisch en persoonlijk leren denken, hun talen aanreiken om die gedachten helder te verwoorden en zo grenzen te verleggen. Luc was een man die zijn gedacht zei, die met beide voeten op de grond stond en de wereld veraf en dichtbij kritisch in ogenschouw nam. Hij deed dat met een heldere, scherpe geest, open en oprecht, ook als dat niet altijd in dank werd afgenomen. Hij deed dat nooit ondoordacht, maar weloverwogen. Hij kon daarbij soms heel gevat en met veel humor uit de hoek komen. Het leek allemaal zo vanzelfsprekend, maar het was dat niet, want het vergde van hem veel inzet en voortdurende herbronning. Die herbronning vond hij in de Schrift en de vele boeken die hij las. Dat gaf hij dan door aan de mensen die hij ontmoette, ook in de parochies. Zijn homilieën werden gesmaakt en nu nog vragen enkele vrienden om die nog eens te kunnen lezen, bijna duizend, netjes bewaard op de computer. Wie bij Luc na de dienst de kerk verliet, ging altijd bemoedigd weg en met een warm gevoel. Als het evangelie geen blijde boodschap is, was er voor hem geen boodschap aan.

Zolang hij kon, bleef hij dienstbaar in parochies, in de Congregatie, bij de Zusters van de Jacht en bij de Ferdinand Verbiest Stichting. En toen dat niet meer kon en hij op rust ging in Zuun, waar hij begonnen was, heeft hij ook dat aanvaard, precies zoals hij al jarenlang had leren leven met een langzaam voortschrijdende ziekte.

Een van zijn lievelingsteksten uit de Bijbel begint met de woorden: "Mijn vader was een zwervende Arameeër. (Deut. 26)", het verhaal van het Joodse volk op weg met God.

Luc, je hield van die tekst omdat het ook jouw levenstekst was. Vijfentachtig jaar lang was je op weg naar het Beloofde Land, zoekend, tastend en soms langs ongebaande omwegen. Nu ligt de woestijn achter je. Je bent je laatste tocht gegaan, aan de horizon voorbij, het nieuwe leven in. Welkom thuis, Luc.

Bart Van Thielen – Cyriel Stulens

Pater Pol Remault

Geboren op 19 september 1933 in Ledegem

Religieuze geloften op 8 september 1953

Priester gewijd op 3 augustus 1958

Missionaris in Congo (Kasaï), in Rome en in België

Overleden op 31 maart 2023 in Torhout

Vooraleer Pol in september 1960 naar de D.R. Congo vertrok, deed hij nog verdere studies aan Lumen Vitae in Brussel. Vanaf 1960 was hij drie jaar onderpastoor in Notre-Dame Kananga en vanaf 1963 werkte hij zes jaar als reispater in Luebo en Tshibala. Pol gaf toe dat hij zich beter voelde in de stad dan in het binnenland. Toch deed hij grote inspanningen om de gewoontes en vooral ook de taal van de mensen te begrijpen. Hij was 21 jaar pastoor in Kananga, achtereenvolgens in de parochies Saint-Paul, Saint-Martin de Porres en Saint-Jean. Hij was 31 jaar werkzaam in Congo. Pol was zeer gevoelig voor het onrecht dat hij zag. Hij wilde de leiders van de gemeenschappen er gevoelig voor maken. Dat was de bedoeling van het boek dat hij schreef onder de titel:
'Ik heb uw jammerklachten gehoord'.

In 1992 werd hij naar Rome geroepen. Hem werd gevraagd om een werkgroep op te richten rond Rechtvaardigheid en Vrede. Hij voelde zich daar niet bekwaam toe. Hij werd adjunct-secretaris en verzorgde de redactie van Chronica. Na zijn opdracht in Rome studeerde hij een jaar in Jeruzalem.

Van 2000 tot 2003 was hij aalmoezenier van het WZC H. Hart in Kortrijk. Daarna was hij drie jaar lang rector van het Missiehuis van Scheut in Antwerpen. Zijn leven veranderde toen hij in 2007 zwaar ten val kwam met de fiets. Hij moest zijn onafhankelijkheid afgeven en 16 jaar in de gemeenschap van Torhout leven tot hij er, na een pijnlijke ziekte, op 31 maart 2023 overleed.

Zijn jaar in Jeruzalem heeft hem veel geholpen om een levendige Jezus bij de mensen te brengen. Vriendschap was belangrijk voor Pol. Waar hij werkte, vond hij telkens een vriend, een vriendin. Hij was trouw in de vriendschap. Veel aandacht ging naar kunst in alle vormen. Hijzelf schreef gedichten. Op zijn eentje trok hij naar Brussel of Antwerpen om er een tentoonstelling te bezoeken. Hij hield van theater, van muziek, van de zee.

Hij was dankbaar voor alles wat hij kon beleven. De pijn om zijn beperking kon die dankbaarheid niet doven.

Arnold Quartier

Broeder Jozef Wolters

Geboren op 20 februari 1927 in Bilzen

Religieuze geloften op 1 mei 1951

Missionaris in Congo (Kasaï) en in België

Overleden op 24 maart 2023 in Sint-Pieters-Leeuw (Zuun)


Jos stamde uit een Limburgs landbouwersgezin en was daar trots op. Hij vertelde toch zo graag over de boerenstiel en over zijn paard, waarmee hij zo'n goede band had. In zijn jeugdjaren was hij lid van de Chiro en die beweging speelde een grote rol in zijn leven. Immers hij moest kiezen tussen de Chiro en de voetbal. Heel zijn leven bleef hij verbonden met die jeugdbeweging en telkens hij in verlof kwam, nam hij deel aan het jeugdkamp. Ook zijn familie, waarmee hij altijd goede relaties onderhield, bleef een rol spelen in die beweging.

Jos werd missionaris en vertrok in 1953 naar de West-Kasaï (Congo). Hij zou er 40 jaar blijven. Jos was handig en ontpopte zich tot een zeer bekwaam bouwheer. Hij voelde zich aangesproken door de woorden van Jezus, die oproept het huis te bouwen op de rots, een huis dat bestand is tegen stortvloed en storm. "Bouw je leven uit met je eigen talenten en mogelijkheden. Wie je ook bent, maak iets van je leven." Hoeveel kerken en andere grote gebouwen zou hij neergezet hebben en hoeveel bruggen gebouwd! Als de oversten of de bisschop een bouwwerf aan Jos toevertrouwden, wisten ze dat hij er een stevig en mooi afgewerkt gebouw zou van maken.

Maar Jos was meer dan een bouwheer. Hij was muzikaal, speelde klarinet en saxofoon en werd de grote bezieler van de bekende fanfare van Kamilabi, een wijk van Kananga waar Jos lang woonde. Soms werd die fanfare uitgenodigd op grote feesten in Kinshasa.

In 1994 keerde Jos terug naar België, maar niet om te rusten. Hij was nog jaren econoom in Kortrijk en Leuven. Uit de vele boeken in zijn bibliotheek blijkt dat hij veel aandacht had voor gezondheid, ontspanning, goede voeding en beweging. Enkele titels: "Gids voor de actieve 55-plusser" "Gezond eten, slim bekeken". Tot enkele jaren vóór zijn dood fietste hij nog elke dag.

Op 87-jarige leeftijd kwam Jos zich in Zuun vestigen, waar hij nog vele jaren kon genieten van verdiende rust en goede zorgen. Jos was klaar om naar de Heer te gaan en stierf rustig op zijn kamer op 96-jarige leeftijd. Jos is altijd een gelukkig man geweest, maar nu is hij voor eeuwig bij zijn Bouwheer, waarvoor hij heel zijn leven heeft gewerkt.

Cyriel Stulens


Pater Jozef Van Acker

Geboren op 9 juli 1930 in Ardooie

Religieuze geloften op 8 september 1950

Priester gewijd op 7 augustus 1955

Missionaris in Congo (Kasaï) en in België

Overleden op 5 februari 2023 in Torhout

Zijn leven als missionaris laat zich samenvatten in één zin: hij was 42 jaar werkzaam in Congo en 24 jaar in Haringe. Van 1956 tot 1969 was hij reispater in Tshibala, Masuika, Kamueshi en Kabulanda. Van 1970 tot 1998 was hij pastoor in Mashala, Tshikula, Muetshi en Katenda. Tussen 1999 en 2022 was hij pastoor in Haringe, Roesbrugge en Abele.

Jef was een man uit één stuk, niet gebaat met tierlantijntjes om rond de pot te draaien. Hij was direct en open. Hij zal er af en toe de prijs voor betalen. Hij was geen pilarenbijter, teruggetrokken in zijn pastorie. Hij was graag bij de mensen. Hij had mensen nodig. Hij genoot ervan om jaarlijks de bende confraters van West-Vlaanderen te ontvangen in De Levaard, met tussendoor in de kerk een vespers met liederen van Willem Vermandere en achteraf nog eens aan tafel. Iedereen kon dan naar huis gaan met een schoteltje sprot. Zowel in Congo als in Vlaanderen deed hij duizenden huisbezoeken. De Jef van Congo was niet anders dan de Jef van Haringe.

Met de fiets bezocht hij ontelbaar veel gezinnen. Wie verjaarde kon pastoor Jef verwachten met een zelfgegoten plaasteren beeldje als cadeau. Ook in Roesbrugge en tot in Abele (over de grens) was hij de toegewijde priester. Maar bij alle drukte vond hij tijd om te genieten van een goed boek of een spannende voetbalmatch. Hij was dankbaar voor de steun van de zusters, van de talrijke vrijwilligers en weldoeners. Hij genoot van de genegenheid van zijn familie. Hij besefte dat hij 'het goed stelde' dankzij zoveel mensen. Maar corona sloopte veel enthousiasme. Hervormingen die zich opdrongen in de pastorale eenheid vermoeiden hem en toen het lichaam niet meer echt meewilde, brak er iets.

Via het ziekenhuis kwam pater Jef in het missiehuis van Scheut in Torhout. Het was niet zijn mooiste tijd, maar hij bleef pienter tot het einde. In alle sereniteit heeft hij alles losgelaten en gingen de ogen dicht op 5 februari. Samen met de mensen van Congo die hem kenden en met de parochianen van Haringe zijn we dankbaar om het leven van pater Jozef.

Het is alsof paus Franciscus Jef kende toen hij schreef: "Dat het waar mag zijn: waar religieuzen zijn, is er vreugde. Wij zijn geroepen om te ervaren en ervoor uit te komen dat God in staat is om ons hart te vervullen met immens geluk, zonder dat we de behoefte voelen om elders ons geluk te zoeken."

Arnold Quartier

2022

Pater Lodewijk De Schutter

Geboren op 1 november 1934 in Sint-Amands 

Religieuze geloften op 8 september 1956

Priester gewijd op 6 augustus 1961

Missionaris in de Filipijnen en in België

Overleden op 19 december 2022 in Sint-Pieters-Leeuw (Zuun) 


Elk mensenleven is een gave van God en een opgave.

Dankzij een goede opvoeding ontdekt ieder welk zijn unieke opgave is.

Als jongeman groeide in Louis de overtuiging dat hij geroepen was om missionaris te worden en hij besloot binnen te treden in Scheut. Na zijn opleiding werd hij benoemd in het animatieteam van het Verbist Centrum in Kessel-Lo. Immers, zijn oversten kenden zijn talenten en mogelijkheden. Pater Louis kon goed vertellen. Wanneer je bij hem op bezoek ging, wist je nooit wanneer je er weer buiten kwam, want hij was een boeiend en begeesterd spreker. Het was de tijd dat de scholen nog retraites organiseerden voor hun studenten, en in die retraites kon hij ten volle zijn sprekerstalent benutten. Zo ontdekte hij dat men ook in eigen land missionaris kan zijn.

Maar toch bleef Louis dromen van de Filipijnen en in augustus 1965 kon hij vertrekken. Hij kreeg er verschillende opdrachten: leraar in het seminarie, medepriester in de parochie en begeleider van retraites. Met een onderbreking van enkele jaren voor een taak in België bleef hij in de Filipijnen tot 1996.

Wanneer Scheut ook in het Zuiden van de Filipijnen, en vooral op het eiland Negros, missiewerk wilde doen, werd Louis er benoemd in het onderwijs. De bedoeling was ook de roepingenpastoraal onder de jongeren te bevorderen.

Na enkele jaren verhuisde hij naar Metro Manila, waar hij in grote parochies en scholen een mooi werk deed.

In 1976 vinden wij Louis opnieuw in België als predikant van retraites voor een term van drie jaar.

Terug in de Filipijnen werd hij benoemd als directeur van het nieuwe retraitecentrum van Scheut in Maryhill, Taytay, en hij bleef er tot hij definitief terugkeerde in 1996.

Na drie jaar in Zuun voor het economaat en de begeleiding was hij nog tien jaar aalmoezenier in Willebroek.

Stilaan dwong zijn afnemende gezondheid hem om minder actief te zijn en uiteindelijk op rust te gaan, eerst in Schilde en daarna in Zuun. Hij ondervond wat Toon Hermans ooit schreef: "Sterven doe je niet ineens, maar af en toe een beetje... maar op een keer, dan ben je aan je laatste beetje toe."

Louis, je hebt niet gewacht om de Heer te verwelkomen op Kerstmis, maar je bent hem tegemoet gegaan. Moge je nu rust vinden in zijn eeuwige nabijheid.

Luc Colla

Pater Walter D'heedene

Geboren op 2 april 1941 in Lichtervelde 

Religieuze geloften op 8 september 1962

Priester gewijd op 6 augustus 1967

Missionaris in de Verenigde Staten, in Rome en in België

Overleden op 10 december 2022 in Torhout 

'Leven is een werkwoord'

Walter leerde het in de bakkerij van zijn vader, waar de dag de vruchten zag van het harde nachtwerk. Hij ondervond er het belang van regelmaat en trouw bij het werk.

De middelbare school in Torhout was voor Walter vooral het avontuur met de kunstgroep Thor. 'Edel leven, opwaarts streven, nimmer buigen, eeuwig stijgen'. Hij leerde er een eigen taal spreken bij de choreograaf Heiko Kolt: de taal van het lichaam en de taal van de vlag. Hij werd er gevormd en getraind om als een hecht team precies op elkaar ingesteld te zijn, opgenomen in een ritmisch samenspel. Dans en vlag brachten hem de wereld rond, tot bij paus Pius XII in Rome. Misschien was het Thor die hem de ogen opende voor de wijde wereld.

Walter trok naar Scheut, de vlag bleef in Torhout, maar het dansen leerde hij niet af. Bij voorstellingen hier en daar rond missiezondag wist hij met een vijftal confraters mooie dansnummers op te voeren. Op een zotte avond wilde hij wel nog eens tapdansen op een ton om de communiteit te plezieren.

De boodschap van de kunstgroep heeft hij als een rijke schat meegedragen in de Verenigde Staten van Amerika. In San Antonio, Texas, en op zoveel andere plaatsen wist hij de talenten van vele parochianen in te schakelen ten dienste van de liturgie, catechese en diaconie van de parochie. Hij was zeer geëngageerd in de volksorganisatie voor meer rechtvaardigheid en het verbeteren van de levensomstandigheden van de armen. Hij deed het vanuit de kracht van de Geest van Jezus, die hem bezielde.

Niemand was verwonderd dat hij provinciaal overste werd. Zijn talenten kwamen goed van pas om zijn confraters te stimuleren. Na zijn mandaat als provinciaal overste werd Walter benoemd als secretaris-generaal van Scheut in Rome. Na zes jaar daar keerde hij terug naar San Antonio.

Natuurlijk bleef hij niet de jonge man van lang geleden. De jaren knaagden aan zijn gezondheid.

In 2018 kwam hij ziek terug naar Torhout. Samen met zijn zus Lena moesten wij toezien hoe de ziekte hem helemaal in de greep had. Maar Walter bleef die mooie mens. Zijn ogen bleven glinsteren tot die doofden.

Hij was klaar voor de laatste reis.

Arnold Quartier

Pater Jan Debruyne

Geboren op 4 juli 1941 in Gullegem 

Religieuze geloften op 8 september 1962

Priester gewijd op 4 augustus 1968

Missionaris in Congo (Kasaï) en in België

Overleden op 8 december 2022 in Kortrijk 


Samen met zijn tweelingbroer, Rik, groeide Jan op in het landelijke Gullegem van na de oorlog. Toen de tijd gekomen was, werd Rik soldaat en Jan Scheutist.

In maart 1970 vertrok hij als missionaris naar Congo en begon er als reispater op de missie van Muetshi in de provincie West-Kasaï. 15 jaar lang was hij er werkzaam op verschillende plaatsen en met allerlei bevoegdheden.

Na een korte tussenstop op het economaat van Scheut in Arlington en Brussel werd Jan aalmoezenier bij het Belgisch leger in Duitsland. De broederband deed zijn werk. 20 jaar lang zou hij deze taak met enthousiasme vervullen 'te land en ter zee'! Hij was een gedreven en fiere legeraalmoezenier. Hij kon onderhoudend en met de nodige humor vertellen over de verschillende zendingen met de militairen naar crisisgebieden, het leven op zee en hoe hij zelfs ooit in het water terechtkwam en vakkundig werd opgevist.

Hij kwam langs de marine in contact met de parochie van Heist-aan-Zee en werd uiteindelijk pastoor in Vlissegem. Een nieuw tijdperk in zijn leven. Hij groeide uit tot de geliefde herder. Naast de vele vrienden uit Congo en van toen hij 'Padre' was in het leger, had hij op de Sint-Blasiusparochie weer ontelbare dierbaren met wie hij samenwerkte en voor wie hij zijn vele talenten ten dienste stelde. Overal had hij de juiste contacten om iemand in nood een plezier te doen. De trappisten van Westvleteren kende hij goed en op de boerenbuiten wist hij de beste adressen te vinden voor artisanaal gerookte hesp.

In 2009 maanden hartproblemen hem aan om het rustiger aan te pakken en kwam hij wonen in het missiehuis van Scheut in Kortrijk. Ook hier bleef hij de bezige bij: in de keuken en in de tuin, bij de bloemen en in het bos. Vooral boodschappen doen was zijn specialiteit en hij deed het met verve. Vanuit het klooster onderhield hij de banden met zijn vele vrienden. Zijn medisch dossier werd zwaarder, maar hij bleef zich dienstbaar maken, vooral meer in de keuken. Zelfs in de vroege morgen van 8 december, toen de thuisverpleegster hem levenloos aantrof in zijn zetel, stond naast hem de dienstkar met de groenten die hij gesneden had voor het middagmaal. Totaal onverwacht heeft hij ons verlaten. Na de grote verslagenheid komen vooral dankbaarheid en een stille glimlach om de warme kracht die van hem uitging. In een geest van geloof vertrouwen we Jan toe aan de barmhartige liefde van God. Moge hij rusten in vrede.

Jozef Laevens

Pater André Decock

Geboren in Ingooigem op 3 april 1935

Religieuze geloften op 8 september 1955

Priester gewijd op 7 augustus 1960

Missionaris in Brazilië en in België

Overleden in Torhout op 6 november 2022

Na zijn humaniorastudies aan het Klein Seminarie te Roeselare begon pater André zijn noviciaat in Zuun. Dan volgden twee jaar filosofie in Scheut-Brussel, en vier jaar theologie in Kessel-Lo en in Leuven. Voor­aleer hij naar zijn mis­sie in Brazilië vertrok, studeerde hij nog drie jaar pedagogie aan de KU Leuven.

In januari 1965 vertrok hij en voegde hij zich zo bij de groep Scheutisten die twee jaar eerder hun nieuwe missie in Brazilië waren begonnen, een nieuwe missie met een nieuwe aanpak. Er zou vooral gewerkt worden rond basisgemeenschappen met veel aandacht voor de vorming van leken: dicht bij de mensen trachten te leven, zoals zij in een bescheiden woning, en werken in groepsverband samen met zusters en leken.

Na enkele maanden taalstudie in Petrópolis was André een tijdje onderpastoor in Villa Nova, en van 1966 tot 1974 in de kathedraal van Nova Iguaçu. Dit was een eerste periode die hem ruimschoots de tijd gaf om zijn weg te vin­den in de Braziliaanse maatschappij.

Na zijn tweede verlof in België, vanaf 1975, deed pater André zeven jaar dienst als pastoor en als studentenpastoor in Prata, Nova Iguaçu. Hij hield ervan om met de mensen te zingen, te dansen en plezier te maken, als enthousiast en creatief animator. Hij kon de mensen boeien, meegaan in hun verhalen, lachen met hun moppen en er nog een schepje bovenop doen. Hij was het best als bezieler van jongeren tijdens de weekends. Bij hen kon hij zich ten volle uitleven. Daarna werkte hij veertien jaar als pastoor in Rondon do Pará, in het Amazonegebied. Onder­tussen was hij 60 jaar geworden. Hij werd teruggeroepen naar België om drie jaar missie-animatie te doen in het bisdom Brugge.

Terug in Brazilië, in 1998, werd hij benoemd als pastoor in Palestina de Pará, nog altijd in het Amazonegebied. Daar was hij 7 jaar werkzaam, tot aan zijn zeventigste verjaardag. In 2005 schakelde hij weer terug naar Nova Iguaçu, waar hij parochie­priester werd in de Sint-Eliasparochie. En toen hij 80 jaar geworden was, ging hij mee leven in het centraal huis van CICM in diezelfde stad.

In 2019 kwam hij terug naar zijn heimat, en nam zijn intrek in het Missiehuis van Scheut in Torhout. André was de oude niet meer. Op zijn kast lag een valiesje klaar, want hij had nog zoveel werk in Brazilië, waar mensen op hem stonden te wachten. Zelfs midden in de nacht was hij op stap, want ze zouden hem komen halen. Of hij wilde naar huis om de verjaardag van zijn vader te vieren. Ze hadden al wafels gebakken. "Waar ben ik nu? - Waar is al het volk naartoe? - Wat is er nu te doen?" Het waren vragen die vaak terugkwamen. Hij werd kalm bij een peer, een appel, een banaan en nog een peer, en dan kwamen Franse liedjes naar boven, zo van "Non, rien de rien, non, je ne regrette rien..." en hij meende het. Zijn geest vertoefde waar zijn hart gebleven was: in Brazilië. De lichten doofden in zijn huis en het zingen verstomde. Naar het einde toe zagen we hem in het ziekenhuis, drie weken lang, alleen, en zo is hij van ons weggegaan, helemaal alleen, gelukkig zonder pijn.

Arnold Quartier

Pater Jozef Van Dooren

Geboren in Turnhout op 6 september 1934

Religieuze geloften op 8 september 1953

Priester gewijd op 3 augustus 1958

Missionaris in Congo en in België

Overleden in Schilde op 2 oktober 2022

Jozef werd geboren en groeide op in het gezin van René Van Dooren en Clara Gils in Turnhout. Na zijn humaniora in het Sint-Jozefscollege in zijn thuisstad meldde hij zich aan in het noviciaat van Scheut en legde er zijn eerste geloften af in 1953. Zijn studies in filosofie deed hij in Néchin en Scheut. Theologie studeerde hij in Kessel-Lo en Leuven. Op 3 augustus 1958 werd hij priester gewijd in Scheut. Het volgende jaar vertrok hij naar de missies in Congo.

Gandajika werd zijn eerste missiepost. Hij was er reispater en leraar in het college. Het was de tijd van de onafhankelijkheid en hier en daar braken er onlusten uit. Samen met zijn confraters moest Jozef gered worden uit de handen van een bende. Dan werd hij directeur van de normaalschool in Tshilomba. Ook daar ondervond hij moeilijkheden en kreeg hij bezoek van gewapende dieven. Na twee jaar keerde hij terug naar Gandajika.

Na die bewogen eerste jaren volgden de benoemingen zich op. In 1972 werd Jozef pastoor benoemd in de missie van Kamiji, waar hij een goed aantal jaren bleef. In 1980 werd hij pastoor in Luputa en tevens verantwoordelijk voor de procuur. Gelukkig kon Jozef steunen op trouwe en bekwame medewerkers om het vele werk gedaan te krijgen.

Van Luputa vertrok Jozef naar het provinciaal huis van Mbuji-Mayi voor verschillende diensten. Ook daar kon hij rekenen op de hulp van goede medewerkers. Daarna werd hij gevraagd om in het magazijn van de procuur van Kinshasa te gaan werken. Ook daar voelde hij zich thuis in de gemeenschap van de confraters. Na vier jaar mocht hij terugkeren naar Mbuji-Mayi, tot zijn definitieve terugkeer naar België. Jozef was een aangenaam man in de omgang met anderen en hield van orde. Zo werd hij dan ook meermalen verkozen tot lid van de Provinciale Raad.

Teruggekeerd in België is Jozef nog een vijftal jaren econoom van het huis van Schilde. Daarna werd het stiller, vooral na het overlijden van zijn broer priester. Tijdens de laatste maanden werd het steeds moeilijker voor Jef en begon hij zich terug te trekken. Het werd hem allemaal te veel en hij wilde sterven. Op 2 oktober, feest van de engelbewaarders, heeft zijn engelbewaarder hem begeleid op zijn laatste tocht naar de hemelse Vader. Moge hij nu rusten in vrede.

Karel Van Laer en Luc Colla

Pater Paul Delaere

Geboren in Kuurne op 25 juli 1918

Religieuze geloften op 8 september 1938

Priester gewijd op 1 augustus 1943

Missionaris in de Verenigde Staten, Dominicaanse Republiek en in België

Overleden in Torhout op 13 september 2022

Na zijn humaniora­studies aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk werd Paul Scheutist. Hij studeerde filosofie in Jambes en in Scheut, en theologie in Leuven. Voor hij naar de missie vertrok, studeerde hij nog 4 jaar aan de sociale school in Heverlee.

Hij vertrok in april 1947 naar de Verenigde Staten van Amerika. Hij deed parochiewerk in Texas en van 1949 tot 1956 was hij leraar aan het Maryhill kleinseminarie in de staat Louisiana. Na zijn eerste verlof terug in België, deed hij twee jaar dienst als econoom en leraar Engels in ons noviciaat te Zuun. Terug in de VS, in 1958, werd hij novicemeester in Arlington voor een periode van acht jaar.

In 1964 werd hij benoemd voor de Dominicaanse Republiek. Daar was hij 28 jaar lang werkzaam als pastoor in verschillende parochies. Het was hier dat Paul als Pablo werd aangesproken. Hij had het geluk een man te kunnen blijven van de boeren die hard werken, ook van de boerinnen. Hij besefte dat de kerkgemeenschap draait op sterke vrouwen. Hij vond dat vrouwen een grotere rol kunnen spelen in de dorpen, op de parochie en in de wereldkerk. Hij leerde mensen opkomen voor hun rechten. Hij zocht samen te werken in coöperatieven en probeerde mensen te leren sparen. Veel was nieuw voor zijn parochianen.

Pablo besefte dat zoveel ontsnapt aan de traditionele parochiewerking. Hij heeft te doen met uitgebuite Haïtianen op suikerrietplantages. Hij ligt wakker van de migranten die op gevaar van eigen leven het land ontvluchten. Waarom ontvluchten jonge mensen hun familie en hun vrienden? Zeker niet voor hun plezier. Ze willen mens­waardig leven. Wat hapert er in de maatschappij dat zoveel mensen geen vreugde kennen? Het waren Pablo's zorgen. Wat kunnen we doen om te vermijden dat mensen wegvluchten in hun geloof en wachten op de hemel? Pablo zocht naar diepgaande veranderingen.

In 1992, hij was toen 74 jaar, begon hij aan een verdiende rust in zijn vroegere parochie Neiba. Nog voor er boeken werden geschreven over 'de kleine goedheid' beleefde Pablo dat eenvoudig en dankbaar. Langs duizend dingen liet hij Gods liefde spreken. In mei 2000 kwam hij definitief terug naar België en ging verder rusten in ons huis van Kortrijk. Hij mocht dan fysisch wat beperkt geworden zijn, maar mentaal en geestelijk bleef hij alert: hij loste sudoku's en kruiswoordraadsels op, las tijdschriften en boeken over van alles en nog wat en elke namiddag speelde hij met passie kaart.

In 2015 kwam hij naar Torhout. Hij was toen bijna 97 jaar. Hij miste geen enkele bijeenkomst van de confraters: was het om te kaarten, samen een glas te drinken, samen naar voetbal, koers of tennis te kijken, of samen te bidden. Toen hij 100 werd zei hij: "Ik ga voor 104." Hij heeft, met enige koppigheid, verkregen wat hij wilde. Niet alleen door zijn eigen sterke wil, maar ook dankzij de goede zorgen van de mede­werkers van onze gemeenschap. Kort na zijn 104de verjaardag begon hij alles uit handen te geven, en na een kort verblijf in het ziekenhuis is hij daar rustig overleden op 13 september.

Arnold Quartier

Pater Wim Goossens

Geboren in Turnhout op 25 juli 1926

Religieuze geloften op 8 september 1944

Priester gewijd op 5 februari 1950

Missionaris in Congo (Kasaï), Rome, Zambia en België

Overleden in Sint-Pieters-Leeuw (Zuun) op 11 augustus 2022

Dat Wim ooit Generaal Overste was van Scheut-CICM, hebben vooral de ouderen onder ons nog meegemaakt. Het waren de woelige jaren '68, de jaren na het Concilie Vat. II. Er was de roep om herbronning en vernieuwing. En vanuit Latijns-Amerika de hunkering naar bevrijding uit onrecht. Wim had kerkgeschiedenis gestudeerd. Hij kon die situatie een plaats geven in een groter geheel. En hij begon met zijn ploeg aan 'vernieuwing', aan het 'aggiornamento', een woord dat hij jaren later nog vaak zal gebruiken in discussies of reflecties. Het heeft hem getekend, en hij was er fier over. En terecht. Veel ervan staat verwoord in "Vuur moet branden" dat in 1974, na het 8ste Algemeen CICM-Kapittel, en na zijn mandaat, is uitgegeven.

Die geest van herbronning en vernieuwing nam hij mee in een nieuw avontuur, een nieuwe missie, in Zambia. Daar zou hij missionaris kunnen zijn zoals hij het zag: in gemeenschap, met medebroeders van diverse nationaliteiten, sober, dicht bij de mensen en in de taal van de mensen. Het creëren van christen basisgemeenschappen met begeleiding van haar leiders was de voornaamste opdracht. Maar al heel vlug deed men beroep op Wim om ook in het seminarie kerkgeschiedenis te doceren en mee te werken aan de maandelijkse publicaties van het bisdom. Zambia zal zijn missie blijven gedurende 28 jaren.

De 'pater familias' was 76 jaar oud toen hij, in 2002, definitief naar België kwam. De gemeenschap van Sint-Pieters-Leeuw (Zuun) werd zijn nieuwe thuis én missie. Hier nam hij de tijd om zich te informeren en veel te lezen. Meteen kregen zijn openheid voor wat in de Kerk en de wereld gebeurt, zijn blik op verleden en toekomst en zijn interesse voor de evolutie in CICM een nieuwe boost. Van hieruit zwermde hij uit per trein, tram of bus, naar zijn familie in Turnhout, maar evengoed elders waar mensen beroep op hem deden. Het zijn er velen die gedurende die 20 jaren Wim hebben leren kennen. De woorden van medeleven, na het bericht van zijn overlijden, getuigen allemaal in dezelfde zin. Ze spreken van openheid, empathie en luisterbereidheid, van inzicht, wijsheid, discretie en sereniteit. Zij gaven richting en bezieling aan het leven van hen die hem hebben ontmoet. Maar eerst en vooral aan zijn eigen leven.

Wanneer hij de laatste jaren langzaamaan moest loslaten, en fysiek afhankelijk werd, waren dankbaarheid en respect zijn stil antwoord op wie hem verzorgden. Aan iemand vertrouwde hij toe: "mijn kruisweg is begonnen." Dan nog zagen we hem elke namiddag, op telkens hetzelfde uur, op zijn vaste plek links vooraan, in de kapel om te mediteren, soms wakker, soms ingedommeld. Zijn aanwezigheid daar verwijst naar het fundament waarop heel zijn leven is gebouwd, nl. zijn geloof in een persoonlijke God die met hem 96 jaren lang is meegegaan.

Wim, zo lang heb je erover gedaan om jouw leven te voltooien. Je hebt in alle nederigheid én met overtuiging getoond hoe een leven zinvol kan zijn. We zijn daarvan bevoorrechte getuigen geweest. Dankbaarheid en respect worden nu ook ons antwoord. Die woorden zullen steeds met jou verbonden blijven.

Jan Reynebeau 

Pater Evarist Verlinden

Geboren in Noorderwijk op 29 oktober 1932

Religieuze geloften op 8 september 1952

Priester gewijd op 4 augustus 1957

Missionaris in de Filipijnen en in België

Overleden in Schilde op 10 augustus 2022

Evarist werd geboren als de jongste van drie zonen in het gezin van Jef Verlinden en Adeline Van Asbroeck. Na zijn lagere school in Noorderwijk deed hij de humaniora in het klein seminarie van Mechelen. Daarna trad hij binnen in het noviciaat van Scheut. Hij volgde de gebruikelijke opleiding als Scheutist. Ondertussen studeerde hij Lingala, omdat hij bestemd was voor de missie in Congo. Van 1958 tot 1962 studeerde hij aan de KU-Leuven en behaalde een kandidatuur in pedagogie en een licentie in psychologie. Daarna deed hij nog één jaar klinische psychologie in Lovenjoel en één jaar aan de Sorbonne in Parijs.

In 1964 was Evarist klaar voor zijn eerste afreis, niet naar Congo maar naar de Filipijnen. Hij werd niet het type missionaris die over ruwe wegen trekt, van dorp tot dorp, om de mensen in afgelegen plaatsen te bezoeken; hij werd benoemd aan de Sint Louis Universiteit in Baguio en zou er in verschillende functies blijven tot in 2016. Zijn grote verdienste is het op- en uitbouwen van de afdeling psychologie en het opstarten van een counseling programma.

Niet alleen studenten, maar ook seminaristen en religieuzen vonden in Evarist een betrouwbare gids om hun levenskeuze te toetsen en te verdiepen. Velen heeft hij terug op weg geholpen om een zinvol leven op te bouwen. Voor zijn studenten was Evarist een geliefd professor en voor zijn medewerkers, een bedreven collega en afdelingshoofd. In de universitaire parochie ging hij dagelijks voor in de eucharistieviering. Jarenlang ging hij elke zondag als toegewijde weekendpastoor naar een kleine buitenparochie van de stad Baguio. Voor zijn medebroeders in de CICM-gemeenschap van SLU was hij een aangename confrater.

In 2016 kwam Evarist op vakantie in België en verbleef in Kessel-Lo. Graag wilde hij terugkeren naar de Filipijnen, maar om gezondheidsredenen was hij verplicht om hier te blijven. Dat viel hem heel zwaar en toch klaagde hij nooit. Na het sluiten van Kessel-Lo verhuisde hij naar Schilde, waar hij stilletjes van ons is weggegaan. Evarist was een gelukkig en dankbaar man. Hoe vaak hoorden we hem zeggen, dank je, dank je, dank je. Zo zullen we hem altijd blijven herinneren.

Luc Colla

Pater Leon Catrycke

Geboren in Poperinge op 27 mei 1943

Religieuze geloften op 8 september 1963

Priester gewijd op 4 augustus 1968

Missionaris in Congo (Boma, Kasaï en Kinshasa) en in België

Overleden in Torhout op 2 juli 2022

Na zijn studies aan het college van Poperinge begon Leon aan zijn noviciaat in Zuun. Hij studeerde twee jaar filosofie in Nijmegen, en vier jaar theologie in Jambes, bij Namen.

In 1969 vertrok hij naar Congo, naar het bisdom Boma, en deed daar dienst als onderpastoor in Boma zelf, en als reispater in Vaku. Hij was gekend als een doorzetter en een harde werker. Van 1971 tot 1975 was hij leraar in de middelbare school van Nguema in het bisdom Luiza, West-Kasaï. Na zijn eerste verlof in België werd hij reis¬pater in Ntambue Yangala, in hetzelfde bisdom Luiza, van 1975 tot 1982. Van 1982 tot 1984 deed hij er dienst als pastoor.

Vanaf 1984 was Leon meer betrokken bij het vormingswerk in de Congregatie, en nam hij functies waar in de gemeenschappen van Scheut. Zo was hij zeven jaar socius en econoom van het noviciaat van Mbudi in Kinshasa. Hij heeft er duizenden bomen aangeplant, samen met zijn novicen en enkele werkers. Daarna was hij negen jaar rector van het provinciaal huis in Mbuji-Mayi, in West-Kasaï, en tegelijkertijd was hij er pas¬toor van de parochie Sint-Leonard. De bouwmaatschappij, die toen de nieuwe kerk aan het bouwen was, ging failliet. Leon heeft dan zelf, met enkele bouwvakkers, de kerk verder opgebouwd en ze artistiek afgewerkt. En dat terwijl hij soms hevige aanvallen van migraine had.

Na een korte termijn als geestelijk begeleider van het prenoviciaat Scopenko in Kinshasa werd Leon benoemd als rector van onze gemeenschap in Torhout. Hij vervulde deze dienst met verve, van 2001 tot 2008. Daarna werd hij vice-rector in ons huis van Kortrijk, maar in 2017 werd hij een tweede maal gevraagd om de functie van rector in Torhout op te nemen. Hij heeft dit drie jaar gedaan, tot hij in oktober 2020 definitief op rust ging.

Rust roest, zei hij, en hij nam het op zich om de tuin te verzorgen. Een van de eerste dingen die hij deed was een boompje planten in de voortuin: het zat hem blijkbaar in het bloed. Niet lang daarna werd hij ziek, en hij wist dat hij nog weinig kans maakte. Na een lange strijd is hij dan eindelijk zachtjes heengegaan in de morgen van 2 juli. We zullen ons hem altijd herinneren als een plichtsbewust man, trouw aan de opdrachten die de Heer hem toevertrouwde.

Werner Lesage en Frans Van Humbeeck

Pater Cornelis (Kees) Brouwer

Geboren in Hilversum (Nederland) op 3 december 1937

Religieuze geloften op 8 september 1958

Priester gewijd op 4 augustus 1963

Missionaris in Indonesië en in Nederland

Overleden in Teteringen (Nederland) op 26 juni 2022

"Heer, vijf talenten hebt u mij gegeven,

zie, vijf andere talenten heb ik verdiend!

Zijn Heer verklaart hem:

uitstekend, goede en getrouwe dienaar..."(Mattheüs 25,21)

Kees werd geboren te Hilversum op 3 december 1937. Op 12-jarige leeftijd trok hij naar het internaat van Sparrendaal in Vught om er zijn middelbare studies te beginnen die hij in de zomer van 1957 succesvol afrondde. In september daaropvolgend trad hij in in het noviciaat van Scheut, in het Bisschop Hamerhuis te Nijmegen. Hij begon er daarna zijn studie van filosofie en voor zijn studie theologie verhuisde hij naar Leuven in België. Zijn priesterwijding ontving hij op 4 augustus 1963 en het jaar daarop vertrok hij als missionaris naar Indonesië, waar hij jarenlang actief was, eerst in Sulawesi in West-Toraja en Makassar en later in Jakarta.

Zijn confraters in Indonesië getuigen van Kees als een spontane man die zei wat hij dacht. Zij beschrijven hem als een levenskunstenaar die kon genieten van de goede dingen van het leven, maar ook als een man die zijn talenten goed gebruikte: die talenten kwamen vooral tot uiting in het opzetten van een project rond catechese en landbouw. Dat groeide uit tot een tweejarige cursus, waarbij de families degelijke godsdienstige vorming kregen en daarnaast voor de mannen een praktische vorming in landbouw en een vorming in huishouding voor de vrouwen.

Later, toen Kees aan het werk was in Makassar, kwam zijn talent als bijzonder goede fotograaf van pas in het maken van audiovisuele diareeksen die hun weg vonden over heel Indonesië.

Nog een ander talent van Kees kwam goed van pas in de CICM-Provincie van Scheut, eerst in Indonesië en later ook in Nederland: Kees kon de financiën en de boekhouding vakkundig beheren en deed dat met een grote dosis dienstbaarheid.

Kees heeft de laatste maanden van zijn leven geworsteld met mondkanker: hij heeft dapper gestreden en zich moedig gedragen totdat de kanker hem overmeesterde. Dat was thuis bij zijn confraters in Teteringen op 26 juni 2022. Hij moge nu rusten in vrede.

Theo Wynants en Henk Kaal

Pater Josse Henri Nijssen

Geboren in Zichem op 17 januari 1937

Religieuze geloften op 8 september 1957

Priester gewijd op 5 augustus 1962

Missionaris in Hong Kong en in België

Overleden in Sint-Pieters-Leeuw op 17 juni 2022

In 1963 vertrok Jos naar het Oosten, zoals hij dat altijd had verlangd. Na één jaar taalstudie in Taiwan voegde hij er nog een tweede jaar bij in Hong Kong.

Nu was hij klaar voor het werk, en omwille van zijn talent voor studie en onderwijs was hij 14 jaar directeur in lagere en middelbare scholen. Uit het getuigenis van onze confrater in Hong Kong, Ferdinand Bouckhout, blijkt dat Jos daar heel mooi werk heeft gedaan. Jos kon van het leven genieten, rookte graag zijn pijp en had een gouden hart. Dat "gouden" hart is geld waard, en dat zullen veel mensen ginder wel gezien hebben. Hij kon soms uiterlijk wel hard zijn, maar toch maakte hij tijd om naar mensen te luisteren, hen te helpen en in te springen waar het nodig was.

Hij kon goed omgaan met de jeugd, en dat is niet zo vanzelfsprekend. Zo werd hij na zijn taak in het onderwijs nog voor een achttal jaar diocesaan verantwoordelijke voor de scoutsvereniging in Hong Kong. Hij paste heel goed in het geheel van Hong Kong: altijd druk en toch tijd voor iedereen.

Na 23 jaar Hong Kong werd hij benoemd tot havenaalmoezenier van de Mariniers club. Nu werd hij de man van de zee en de vriend van de schippers. Daar ook kon hij weer de netten uitwerpen, samen met Jezus. Dat was immers het centrale thema van de afscheidsliturgie. Hij was de herder (voor zijn tijd) naar de smaak van paus Franciscus die naar de periferie ging om de verloren schapen op te zoeken. Op de boten, bij de zeelieden, was hij de "seafarers' friend". Aan de haven kon hij zich volledig uitleven als missionaris, vooral door zijn multiculturele contacten met o.a. Indonesische en Filipijnse schippers. Dat zou hij 20 jaar lang doen, tot aan zijn terugkeer naar België in 2007. Op zeker ogenblik kreeg hij het moeilijk om nog op de boten te klauteren, hij was toen 70 jaar.

Met vele mooie herinneringen en een massa foto's kwam hij naar Kessel-Lo, waar hij zich nog lange tijd inzette voor de properheid en de orde in het park en rond het huis. In 2017 kwam hij naar de gemeenschap van Zuun voor verzorging, en hier overleed hij op vrijdag 17 juni. Hij zou dit jaar zestig jaar priester vieren. Laten wij dankbaar dat rijk gevulde leven van Jos in Gods handen leggen.

Cyriel Stulens

Pater Mark Ockerman

Geboren in Kitega (nu Gitega in Burundi) op 4 oktober 1944

Religieuze geloften op 8 september 1964

Priester gewijd op 26 juli 1969

Missionaris in Brazilië en in België

Overleden in Halle op 14 mei 2022

Mark vertrok naar Brazilië in 1970 en deed er pastoraal werk in verschillende parochies tot 1985. Daar kwam zijn charisma van jongerenpastoraal tot volle ontplooiing. Geen wonder dat zijn Provincie van oorsprong (BNL) in 1985 zijn hulp vroeg bij de begeleiding van jonge kandidaat-missionarissen in België. Een jaar later kon hij terug naar Brazilië, voor pastoraal werk in Rosa dos Ventos en Itaguai, van 1986-1992.

In 2002 deed zijn thuisprovincie in België nogmaals beroep op hem om mee te werken aan missieanimatie en roepingenpastoraal.

Het is in die periode dat hij, als jonge kracht, benoemd werd als vice-provinciaal van de Vlaamse Scheut-provincie. Zijn hart was echter in Brazilië gebleven. In 2006 vertrok hij terug naar Brazilië. Hij werd studentenpastoor aan de Federale Universiteit van Rio de Janeiro, een taak die helemaal paste bij zijn charisma van jongerenpastoraal.

Het was ook in die tijd dat hij meewerkte in een recuperatiecentrum van drugsverslaafden, een inzet die helemaal lag in de lijn van de oproep van paus Franciscus: "Als Kerk aanwezig zijn in de periferie van het leven". In de Congregatie CICM klonk trouwens dezelfde stem: "Gaan waar de nood het grootst is".

Vanaf 2009 werd hij begeleider in "Família de Canã", een centrum voor drugsverslaafden. Meer dan 10 jaar heeft hij met hen samengeleefd.

Daarna volgde nog een tijd van Antonio Dias (MG). Omwille van gezondheidsproblemen kwam hij begin maart 2022 naar België terug, om hier te blijven (Zuun). Hij wist dat zijn gezondheid niet goed was. Het verdict is snel gevallen. Hij moest zich onderwerpen aan nierdialyse en een streng dieet. De goede zorgen konden niet vermijden dat hij in het ziekenhuis van Halle overleden is op 14 mei 2022. Hij was een pelgrimerende missionaris op zeer verschillende plaatsen van het immense Brazilië, een land waar hij zich thuis voelde, bij een volk dat hij liefhad. Hij sprak perfect Portugees en vele jongeren zijn hem bijzonder dankbaar.

Willy Oost

Pater Raymond Debeuckelaere

Geboren in Roeselare op 13 mei 1932

Religieuze geloften op 8 september 1952

Priester gewijd op 4 augustus 1957

Missionaris in Congo (Kasaï) en in België

Overleden in Torhout op 9 maart 2022

Na zijn studies filosofie in Néchin, en theologie in Kessel-Lo en in Leuven, vertrok Raymond in 1958 naar Congo. Zijn actief missionaris¬leven valt uiteen in twee klaar afgelijnde delen: 16 jaar in Congo (van 1958 tot 1974) en 35 jaar in het bisdom Brugge (van 1974 tot 2009). In beide perioden deed hij aan opvoedingswerk en aan parochiepastoraal. Voor de foto die op zijn uitvaart zou gebruikt worden, had hij zelf gekozen voor een foto waarop hij gekleed was in de witte kazuifel van zijn 60-jarig priesterjubileum.

In Congo was hij gedurende 7 jaar in Muetshi als directeur van de lagere school en als reispater, vervolgens was hij reispater in Mayi Munene, Luebo, Ndekesha en Kitangua. Hetzelfde schema hield hij aan in de tweede periode: hij was elf jaar aalmoezenier en opvoeder in het tehuis "Onze Kinderen" te Rumbeke, daarna medepastoor in Lendelede, Gistel en ten slotte pastoor in de federatie Gistel als wonend pastoor te Zevekote. Vanaf 2003 was hij daarbij ook algemeen directeur van de Zusters van de H. Vincentius te Lendelede.

Van zijn eerste periode, als reispater, had Raymond geleerd niet te wachten tot de mensen kwamen, maar zelf naar hen te gaan. Zijn huis-aan-huisbezoeken werden hier zeer gewaardeerd. Hij was gekend als de hartelijke herder die zijn vreugde vond in de liturgie, de prediking en het ontmoeten van mensen. Toen overviel hem een onzichtbaar kwaad: hij werd doof, echt doof. Hij, die vaak omwille van zijn werk alleen was geweest, kreeg door zijn doofheid nog meer het gevoel van eenzaamheid en van niet begrepen worden.

In 2009 - Raymond was toen 77 jaar - ging hij op rust naar Torhout. In het Missiehuis nam hij o.a. de taken op van postbode en van koster. Hij deed dat met veel inzet en heel punctueel. De laatste jaren was hij aangewezen op een rollator, wat hem belette voor te gaan in de liturgie, en dat deed pijn. Raymond zette de deuren van zijn hart weinig open. Hij wist dat de Vader in het verborgene ziet. Hij leefde ook zeer sober en gezond, niets deed vermoeden dat hij zo plots heen zou gaan. Na een kort verblijf in het ziekenhuis is hij, na lang aandringen, terug naar zijn gemeenschap kunnen gaan om er 's anderendaags rustig te overlijden.

Fernand Degroote, Arnold Quartier en Werner Lesage

Pater Frans Van Oudenhove

Geboren in Rumbeke op 19 oktober 1941

Religieuze geloften op 8 september 1964

Priester gewijd op 26 juli 1969

Missionaris in Congo (Kasaï) en in België

Overleden in Torhout op 13 februari 2022

In 1970 vertrok Frans naar Congo, naar Kasaï, en deed hij zoals alle andere missionarissen vóór hem: zich aanpassen aan het klimaat en de taal studeren. Hij werd benoemd als reispater in Tshikapa, maar die reis heeft slechts drie jaar mogen duren. Begin juni 1973 keerde hij ziek terug naar België, en hij is hier voor de rest van zijn leven gebleven. Na zijn bijna miraculeuze genezing zocht hij weer moedig aansluiting met het gewone leven. Hij deed eerst zes jaar dienst als medepastoor van de parochie Sint-Katarina in Assebroek.

Vanaf 1980 richtte Frans zich op de minder klassieke vormen van apostolaat. Hij werd pastoraal animator in het integratiecentrum "Foyer" te Brussel, waarvan hij meer dan 30 jaar lid was van de Raad van Bestuur. Ondertussen leerde ook de Congregatie hem waarderen: van 1982 tot 1988 vervulde hij diverse functies binnen het Bestuur van de Vlaamse Provincie, eerst als vrijgestelde, dan als vice-provinciaal en ten slotte als provinciaal. Hij nam deel aan twee belangrijke CICM-kapittels, die van 1981 en 1987, waarin de constituties werden aangepast aan de nieuwe richtlijnen van het Tweede Vaticaans Concilie.

Vanaf 1988 tot 2000 gaf Frans het beste van zichzelf in "Bond zonder Naam" - eerst als bediende, dan als Afgevaardigde Beheerder, dan als voorzitter van de Raad van Bestuur en ten slotte als eindverantwoordelijke - in opvolging van de grote bezieler van de beweging in Vlaanderen, pater Phil Bosmans. Phil Bosmans en Toon Hermans, twee mensen die hem met eenvoudige woorden over God leerden spreken. Hij heeft nog vele jaren lang, wekelijks, vrijwilligerswerk gedaan in "Café zonder Bier" te Antwerpen. Zo leerde hij vanop de eerste linie wat kansarmen en daklozen zijn. Hij was ook 20 jaar voorzitter en actief lid van de vzw "Oude Baan" te Zondereigen-Baarle-Hertog: een gezinsvervangend tehuis voor geplaatste kinderen.

Vanaf 2000 volgt zijn Scheutse periode: rector van onze gemeenschap in Schilde, coördinator en conservator van ons Chinees Museum in Brussel, redactiesecretaris van Scheutnieuws en dan rector in het Missiehuis van Scheut-Anderlecht. Frans leerde gedurende zijn lang verblijf hier een enorm aantal mensen en confraters kennen.

In 2018 kwam Frans naar onze gemeenschap in Torhout, waar hij heel bewust en dankbaar is overleden op 13 februari. Wij zullen ons hem herinneren als een man die, omwille van zijn zwakke gezondheid, gelijke tred wist te houden met de zwakke mens.

Werner Lesage

2021

Broeder Jan Aerts

Geboren in Broekhuizen (Nederland) op 13 juli 1938

Religieuze geloften op 22 augustus 1958

Missionaris in Congo (Kinshasa) en in Nederland

Overleden in Breda (Nederland) op 11 november 2021


Broeder Jan Aerts (Johannes Herman Jozef Maria) werd geboren in Broekhuizen, in Nederlands Limburg, op 13 juli 1938 als jongste kind van vader Aerts Johannes Henricus Hubertus en moeder Aerts Antonetta Francisca Gerarda Maria.

Zijn kinderjaren speelden zich hoofdzakelijk af op de ouderlijke boerderij, en dat gedurende de 5 oorlogsjaren van de Tweede Wereldoorlog en de lagere school in Broekhuizen.

Er begon in hem een klein vlammetje te branden en hij wou missionaris worden. Hij kreeg zijn eerste opleiding op oud-Sparrendaal en volgde daarvoor een opleiding tot timmerman op de technische school in Boxtel.

Na zijn 6-maandelijkse postulaat en 1 jaar noviciaat werd hij Scheutist door het uitspreken van zijn eerste tijdelijke geloften op 22 augustus 1958.

Daarna ging hij naar Kortrijk voor een verdere vorming op technisch gebied.

In 1964 mocht hij dan voor de eerste keer vertrekken naar Kinshasa, de hoofdstad van de Democratische Republiek Congo.

Hij kreeg zijn eerste benoeming in de garage van Scheut in Limete. Daar leerde hij de theorie in praktijk omzetten. Er was werk genoeg en hij had ook veel medewerkers in de garage, die ten dienste stond van alle congregaties die werkzaam waren in Kinshasa. Jan heeft dit gedaan tot 1968. Daarna specialiseerde hij zich in het depanneren van allerlei soorten huishoudelijke apparaten. Hij had een kleine groep van medewerkers om zich heen, en vanuit zijn eigen ingerichte werkplaats met magazijn trok hij rond om de paters en zusters uit de brand te helpen. Daarmee verwierf hij de bijnaam: Jan, de vliegende Hollander. Iedereen ging aan de kant om geen aanrijding te krijgen met zijn depannagewagen. Jan was beschikbaar als men beroep op hem deed. Hij kon geen nee verkopen. Ze hebben hem daarvoor regelmatig moeten intomen, omdat zijn normale werkzaamheden daardoor in het honderd liepen. Jan was een hele harde werker en eiste dat ook van zijn medewerkers, maar dat ging soms ongenuanceerd, en dat maakte dat de relatie met de medewerkers niet altijd even goed was.

Dat heeft hij gedaan tot 1974 toen hij, door omstandigheden gedwongen, terug moest verhuizen naar de garage. Zijn activiteiten werden onder het beheer van de garage voortgezet. Hij is dit werk blijven doen tot hij in 1985 voorgoed naar Nederland terugging.

Terug in Nederland ging Jan op Sparrendaal wonen en zocht men voor hem een aangepast werk om zijn tijd toch nuttig te kunnen gebruiken.

Men vond iets in Tilburg, waar Jan goede diensten zou kunnen verlenen, maar op de een of andere manier liep dat volledig spaak op de relatie tussen Jan en de verantwoordelijke van dat project. Het was toch iets wat een missionair gevoel kon geven. Vraag en aanbod internationaal. Ook in Rotterdam heeft Jan geprobeerd om daar in het apostolaat een handje toe te steken, maar daar vond hij zijn draai niet.

Verder hield Jan contact met het asielzoekerscentrum van Vught. Daar gaf hij Nederlandse les aan volwassenen en andere analfabeten. Hij heeft daaraan goede contacten met die mensen overgehouden en later zijn zij hem nog komen opzoeken in Teteringen. Hij was zelfs 1ste reserve als tolk Lingala-Nederlands.

Het bos van Sparrendaal was verder dé plaats waar Jan zich kon uitleven met het onderhoud, door omgevallen bomen kort te zagen en mooi op te stapelen, totdat er een koper voor gevonden was. Hoeveel kubieke meters hout Jan wel niet heeft gezaagd, niemand die dat kan schatten. Ook in het bos had hij een blokhut, vlak bij een klein vijvertje, waar hij recreatie hield.

Toen men ging verhuizen naar Teteringen was Jan de drijvende kracht. Onvermoeibaar versleepte hij tafels, stoelen, bedden en kasten die van Sparrendaal naar Teteringen moesten gebracht worden. Het was een monsterklus, maar samen met medewerkers en andere confraters hebben ze alles tot een goed einde gebracht.

En toen ging Jan ook naar Teteringen, waar hij een appartement had gekozen op de bovenste verdieping van de building waar de Scheutisten gingen wonen.

Jan heeft gezocht om eveneens in Teteringen nuttig bezig te zijn. Zijn voornaamste bezigheid was om contacten te leggen met mensen die hulp nodig hadden. Vooral met de zieken had hij veel contact. Hier is het wel aangewezen om zijn relatie te benadrukken met Pater Helmes, SVD, die rolstoelbehoeftig was. Jan was een goede mantelzorger en ging alle dagen een rondje met hem wandelen.

Ook ging hij er met de fiets op uit om overal weggegooide blikjes en plastic op te ruimen, die hij oppakte met een knijper, een soort uitschuifarm. Aan zijn stuur had hij een paar grote plastictassen hangen, waar hij alles indeed. Hij kreeg in het dorp de bijnaam van blikjesman. Maar het lichaam begon te protesteren. Eerst een zware operatie aan zijn oor, waaraan hij sindsdien altijd een beetje pijn ondervond. Ook zijn benen gingen niet meer zo goed mee en hij ging steeds moeilijker lopen. Met behulp van een rollator probeerde hij nog zo lang als mogelijk mobiel te blijven. Ook mentaal ging Jan achteruit, zodanig dat de dokter hem verwezen heeft naar Thebe-Lucia, een instelling waar ze Jan geholpen hebben, zo goed en zo kwaad als het ging. We zijn hem daar alle weken gaan bezoeken en hij was heel blij en opgewekt de laatste keer dat we hem gezien hebben.

En toen kreeg ons aller vijand, COVID-19, ook hem te pakken met fatale afloop. In de vroege morgen van donderdag 11 november is Onze-Lieve-Heer hem komen verlossen uit zijn lijden.

Jan, bedankt voor alles, vooral voor je glimlach, je dienstbaarheid en je klaarstaan voor anderen.

Dat je nu rusten mag in de liefdevolle armen van de Eeuwige.

Jan Mocking

Pater André Broekaert

Geboren in Ronse op 22 maart 1926

Religieuze geloften op 8 september 1944

Priester gewijd op 5 februari 1950

Missionaris in Japan en in België

Overleden in Himeji (Japan) op 19 oktober 2021

Na zijn vierde jaar theologie behaalde André aan de KU Leuven twee licenties, die van politieke en sociale wetenschappen. Hij vertrok naar Japan in september 1953. Omdat de missie zich snel uitbreidde in die naoorlogse periode kreeg hij nauwelijks de tijd om de taal te leren en ging hij meteen aan de slag als medepastoor in Himeji.

Van 1958 tot 1964 was hij pastoor in de kerk van Sakai, bij Osaka, en deed hij ook dienst als aalmoezenier in de gevangenis van Sakai. Niettegenstaande zijn drukke agenda nam hij ook taken op binnen de CICM-provincie van Japan, als lid van de Provinciale Raad, en later als vice-provinciaal.

Van 1964 tot 1969 vinden we hem als rector van ons CICM-huis in Tokyo en daarna als pastoor in Kakogawa. In die periode leerde hij het Better World Movement kennen, wat hem inspireerde tot het leiden van retraites waarin hij onder meer het gedachtegoed van Vaticanum II probeerde door te geven. In zijn retraites ging André dikwijls uit van deze zin: "Liefde is niet zozeer een gevoel, maar een beslissing."

Van 1964 tot 1977 vinden wij hem in missieland Vlaanderen, eerst als medewerker in het team Voortgezette Vorming, en vanaf 1971 als provinciaal van NB. Het was een roerige tijd, de eerste tien jaar na het Concilie. Scheut stond op zijn fundamenten te daveren. De afbraak van de Scheut-kapel met de twee typische torentjes was een teken aan de wand.

Van 1977 tot 1981 was hij terug als pastoor in Sakai. Opnieuw werd hij verkozen voor de Provinciale Raad, en werd hij lid van het Financieel Comité, een job die hij 30 jaar lang zou blijven doen. Van 1982 tot 1989 woonde en werkte hij in ons Oriens Institute in Tokyo, eerst als econoom, later als directeur, een functie die hij combineerde met het leiden van retraites voor de confraters in het Verre Oosten.

Van 1989 tot 2011 was André nog werkzaam als pastoor in drie parochies in de streek van Osaka: Himesato, Kongô en Senri New Town. Van hem was bekend dat hij graag patience speelde. Naar het einde van zijn leven toe heeft hij inderdaad veel geduld moeten oefenen. In 2011 ging hij op rust in onze residentie in Nibuno. Toen hij hulp-behoevend werd, weigerde hij om zich in het ziekenhuis te laten opnemen: hij koos voor thuiszorg. Nu is hij thuisgekomen.

Werner Lesage

Pater Marcel Hauben

Geboren in Loncin op 19 oktober 1932

Religieuze geloften op 8 september 1953

Priester gewijd op 3 augustus 1958

Missionaris in Congo (Kinshasa) en in België

Overleden in Sint-Pieters-Leeuw (Zuun) 

Marcel studeerde in Jambes, Leuven en Kinshasa, en haalde een doctoraat theologie aan het Alfonsiana te Rome in 1964. Vanaf dan was hij professor dogmatische theologie in het vormingshuis van Scheut te Jambes. Hij werd ook professor aan het Grootseminarie te Namen, leraar aan het CETEP (Centrum voor Theologische en Pastorale Studies, 1971-1972) en gastdocent aan het Afrikaans Scolasticat International in Kameroen.

Voor het Aartsbisdom Mechelen-Brussel, was Marcel pastoor te Chastre-Dame-Aleme, Onze-Lieve-Vrouw (1968-2008). Hij werd deken van Walhain (2000-2017), pastoor te Noirmont (Chastre), Sint-Pieter (2001-2008), moderator van de ploeg in Solidium van Chastre (2008-2015) en bedienaar opnieuw te Chastre-Dame-Aleme, Onze-Lieve-Vrouw, (2008-2017) alsook Noirmont, Sint-Pieter (2015-2017). Tot slot werd hij benoemd als lid van de priesterploeg voor de pastorale eenheid van Chaumont-Gistoux (2017-2021).

Pater Marcel was heel intelligent. Hij is erin geslaagd zijn charisma van missionaris ten dienste te stellen van jonge mensen in opleiding. Het was voor hem een genade en een vruchtbare gave om theologie te onderwijzen en tegelijk Christus' aanwezigheid in zijn leven te ervaren. Vele jaren lang werd hij geapprecieerd als een uitmuntende professor theologie die trouw was aan het onderricht dat kwam uit het pas gehouden Concilie.

Wij bewaren aan hem de waardevolle herinnering dat hij een uitzonderlijk goede herder was voor zijn parochianen. Hij had een sterk gewaardeerde zorgzaamheid voor de priesters, diakens en pastoraal werkenden die hem waren toevertrouwd. Hij was de eerste deken die zich kandidaat stelde om de nieuwe uitdaging op te nemen om de pastorale eenheden in Waals-Brabant op te starten. Hij werd daarin een pionier.

Marcel is begraven op ons kerkhof van Zuun, en blijft bij ons in Scheut, samen met zijn medebroeders.

De Heer schenkt hem de eeuwige rust.

Alfons Ysebaert 

Pater Gerard Henderyck

Geboren in Veurne op 14 augustus 1933

Religieuze geloften op 8 september 1953

Priester gewijd op 3 augustus 1958

Missionaris in Indonesië en in België

Overleden in Torhout op 31 augustus 2021

Pater Gerard was er fier op dat zijn vader en moeder en heel het gezin hem veel zin voor vriendschap en veel levenswijsheid hadden meegegeven.

Hij studeerde aan het college van Veurne, en volgde daarna zijn broer Jef naar Scheut. Kort daarop volgde ook zus Godelieve haar beide broers naar de missie: zij trad in bij de zusters van De Jacht, en was werkzaam in Congo.

Gerard deed eerst nog aanvullende studies aan het catechetisch centrum Lumen Vitae. In 1960 vertrok hij naar Indonesië, en hij deed zoals alle andere missionarissen vóór hem: zich aanpassen aan het klimaat en de taal studeren. Hij werd benoemd in het kleinseminarie van Makassar, waar hij het beste van zichzelf heeft gegeven in de vorming van jonge mensen: hij tuinierde met zijn studenten, hij richtte er een fanfare op en speelde toneel. Vele jaren waren hem niet gegund, want na zes jaar moest hij naar België terugkeren omwille van ziekte. Gerard nam opdrachten aan die aansloten bij wat hij in de missie had geleerd: gedurende drie jaar begeleidde hij jeugdretraites in ons huis van Kessel-Lo, en gedurende twee jaar de jonge confraters die in Kortrijk hun opleiding kregen.

In 1971 deed hij een tweede poging om missionaris te zijn in Indonesië, maar na amper twee jaar moest hij het om dezelfde reden weer opgeven en werd hij definitief missionaris in het vaderland. Van 1975 tot 1990 werkte hij als ziekenhuispastor in O.L. Vrouw Middelares in Deurne. Dat was de periode waarin hij het meest open bloeide. Van 1990 tot 1994 diende hij als pastoor in Waar¬maarde, een rustige gemeente langs de Schelde bij Avelgem.

In 1994 verhuisde hij naar onze Scheut-gemeenschap in Schilde. Daar zou hij, in lijn van zijn werk in Deurne, de zieke confraters begeleiden en kreeg hij meer tijd om priester en animator te zijn voor de Indonesische gemeenschap (KKI) in en rond Antwerpen. Hij deed dat gedurende 24 jaar.

In 2018 kwam Gerard naar onze gemeenschap in Torhout. Hij, die zoveel zieken had begeleid, was nu zelf aan verzorging toe. Het aanvaarden van zijn kwalen viel hem zwaar. Hij is vrij onverwacht overleden tijdens een opname in het ziekenhuis. Hij had net bij ons in de gemeenschap zijn 88ste verjaardag gevierd.

Werner Lesage 

Pater Frans Deroo

Geboren in Torhout op 1 januari 1937

Religieuze geloften op 8 september 1957

Priester gewijd op 5 augustus 1962

Missionaris in Taiwan en in België

Overleden in Torhout op 7 juli 2021

Frans genoot zijn opvoeding en opleiding binnen het gezin, in zijn familie, in het college van Torhout, in het noviciaat van Scheut te Zuun, in Kessel-lo en in Leuven. Hij vertrok naar zijn missie in Taiwan in september 1963.

Na twee jaar studie van het Mandarijns werd Frans benoemd voor catechese en counseling in het Hua Ming center te Taipei, en nam hij er na twee jaar ook nog de lagere en middelbare school bij, die gerund werd door CICM. Van 1968 tot 1970 behaalde hij zijn master in Counseling en Opvoeding in Detroit, Amerika.

Terug in Taiwan combineerde hij de studie van het Taiwanees (de taal van de oorspronkelijke bevolking) met parochiewerk in Taichung. Vanaf 1973 tot 1984 vinden we hem terug in het Noorden, waar hij werkte als pastoor van de parochie Sint-Theresia in Taipei en later als pastoor in Jinshan.

In Jinshan zette hij een klein counseling center op, een werk dat hij ook combineerde met zijn eerste werk in het counseling center in Taipei. Hij deed ook nog een termijn als raadslid in de Provinciale Raad. Omwille van die verschillende activiteiten moest hij wekelijks een autorit maken van 50-60 kilometer tussen Jinshan en Taipei, op wegen die nog niet optimaal waren. In 1984 had Frans een ernstig auto-ongeval. Dat was het begin van een lange lijdensweg. De dokters in Taiwan deden hun best, maar hij moest terug naar België komen om een aantal specialisten te raadplegen.

Dankzij die zorg kon hij in 1985 weer vertrekken, maar gehandicapt. Hij was acht jaar lang pastoor in de parochie van Saint Mary in Taichung, tot hij in 1993 moest terugkomen voor een operatie aan de ruggenwervel. En weer kon hij vertrekken, en was hij nog vier jaar pastoor in de Rosary parochie in Taipei. Toen het parochiewerk moeilijker werd, kwam hij ziek terug naar België, maar weer ging hij terug, in 1999, om rector te worden in het Provinciaal Huis, en econoom van het district. De confraters kenden hem als een goede gastheer.

In 2006 kwam hij definitief terug, eerst op rust in het ouderlijk huis in Torhout, waar zijn zus Agnes zeer goed voor hem zorgde. Wanneer dit te zwaar werd, kwam hij in juni 2011 wonen in het CICM Missiehuis in Torhout.

Het is moeilijk te weten wat Frans heeft meegemaakt. Het is moeilijk om onder woorden te brengen hoe de confraters, de medewerkers en de vrijwilligsters deze lijdensweg hebben mee-beleefd. Ook zijn familie kon alleen maar toekijken. Frans is rustig van ons heengegaan in de vroege morgen van 7 juli.

Werner Lesage 

Pater Marcel Vertonghen

Geboren in Steenhuffel op 2 januari 1928

Religieuze geloften op 8 september 1947

Priester gewijd op 3 augustus 1952

Missionaris in Congo (Kasaï) en in België

Overleden in Sint-Pieters-Leeuw (Zuun) op 17 juni 2021

Als ik kijk naar de hemel, het werk van uw vingers,

de maan en de sterren die Gij hebt bevestigd,

wat is dan de mens dat Gij aan hem denkt … (Ps. 8, 4-5a)

Pater Marcel Vertonghen is niet meer. Hij is zachtjes ingeslapen in het huis van Zuun, waar hij de laatste jaren van zijn lange leven heeft doorgebracht. Hij was een gelukkig man. Het straalde gewoon van hem af. Had hij meer reden dan een ander om gelukkig te zijn? Was hij meer begenadigd? Getalenteerd? Een leven lang in goeden doen en betere gezondheid? Waarschijnlijk niet. En hij zou dat zeker nooit van zichzelf hebben gezegd.

Een van zijn aforismen was: La mémoire est une faculté qui oublie. Die uitspraak heeft me lang geïntrigeerd. Hoe kan "vergeten" tot het wezen behoren van geheugen en herinnering? Eén ding was echter snel duidelijk. Die uitspraak typeerde hoe Marcel zelf in het leven en in het geloof stond: eenvoudig, bescheiden, met open oren en ogen, een gezonde kritische geest en met een sterk relativeringsvermogen.

Marcel was een eenvoudig man. Hij had dat van thuis uit meegekregen. Hij kende zijn plaats, maar was tegelijk fier op zijn afkomst, zijn ouders, familie, het land, de boerenstiel en Steenhuffel, zijn dorp. Hij is in wezen altijd een jongen uit Brabant gebleven.

Die eenvoud heeft zich met de jaren getooid met een kleed van grote bescheidenheid. Zijn priesterstudies had hij doorgemaakt in een preconciliaire Kerk, die zeker was van haar eigen gelijk, nogal triomfalistisch en dogmatisch. Verdere studies in geografie en natuurkunde zouden in hem het besef doen groeien dat niets vanzelfsprekend of absoluut zeker is en dat de mens maar een nietig wezen is in een kosmos die razendsnel uitdijt, het onzegbare, het onuitspreekbare tegemoet. Het vermoeden van dat mysterie heeft Marcel met schroom vervuld en met diep ontzag en eerbied. Daarvan kon hij getuigen voor de studenten in het college van Kananga en daarna nog ruim dertien jaar voor de jongeren in de vorming in onze studiehuizen.

In dit leven is niets absoluut. Alles is relatief. Wat vandaag zeker is, wordt morgen in vraag gesteld, verandert of muteert. Ook de mens, zijn denken en geloven ontloopt die werkelijkheid niet. Marcel was zich daarvan terdege bewust en wist daarom zichzelf erg goed te relativeren. Hij was niet bang om de zekerheden van het nu in vraag te stellen. En hij deed het met die verfijnde vorm van relativeren die humor heet. Er monkelde altijd toch die sympathieke, licht schalkse glimlach om zijn lippen.

Achter het wonder der natuur heeft Marcel altijd de hand van de Schepper gezocht. Die ontzagwekkende grootsheid wist hij toevertrouwd aan mensenhanden. Op dat raakpunt van hemel en aarde heeft hij die unieke mens ontmoet, Jezus van Nazareth, met wie hij een leven lang op weg is gegaan.

Dank, Marcel, voor wie je was, voor je mooie gedichten en liederen, je vormingswerk en animatie in onze huizen en je pastorale inzet.

Bart Van Thielen

Pater Hugo Balcaen

Geboren in Ingooigem op 23 januari 1932

Religieuze geloften op 8 september 1953

Priester gewijd op 3 augustus 1958

Missionaris in Congo (Lisala) en in België

Overleden in Torhout op 18 januari 2021

Onlangs stapte hij nog voorovergebogen achter zijn rollator aan. Iedere morgen opnieuw deed hij dat, heel vroeg, en als eerste, door de gangen van ons huis. Hij ging de voordeur openen en dan de poort, daarna koffie maken EN 's zondags zorgde hij voor zachtgekookte eieren. Hij was er niet gelukkig mee als er te veel eieren overbleven. Alles opgegeten, daar werd hij een tevreden man van. Confraters die dan al wakker waren, hoorden hem terugkeren en de deur van zijn kamer dichttrekken.

Dit alles was de lijn die Hugo nog wat aanhield. De lijn van vroeger die - voor zover wij konden zien - in Bobadi, maar misschien ook al veel eerder, was begonnen. De echte en de volle invulling was in Gbosasa gebeurd, daar had Hugo zijn dada gevonden. Hij hield er toezicht, bediende ook klanten - als het nodig was - en dat alles voor het goed functioneren van de beenhouwerij, een nevenbedrijf van de grote veestapel die er, in kuddes van wel honderd dieren, liep te grazen op tienduizend hectare magere weiden, in een eindeloze savanne.

Die veestapel genereerde financiën voor de bisdommen Lisala en Budjala. De beenhouwerij spijsde de kas van de parochie Gbosasa. Hugo telde dat allemaal op, in de afzonderlijke kolommen van zijn comptabiliteit, om jaarlijks rekenschap te geven op de vergadering van de bisschopsraad. Als hij daarheen reed, had hij zijn beste kleren aan. Ondertussen ging hij ook voor in de eucharistie op de parochie, met de collega's om beurt, en bij de zusters en af en toe nog in een dorp in de omtrek, zoals hij het enkele jaren volop had gedaan in het begin van zijn missionarisleven als reispater in Bobadi.

Bij dat alles schoot Hugo zozeer en zo diep wortel - én bij de confraters waarmee hij samenleefde, én op de plaats waar hij woonde én met de vele werken en werkjes die hij daar deed -dat het een probleem werd als hij moest voelen dat er een verplaatsing of een andere benoeming in de lucht kwam hangen.

Meestal trokken die dan als mogelijkheden en als onweer ook voorbij, maar soms niet. En daar begon de man dan onder te lijden. Zozeer zelfs dat, als het op het eind van zijn leven plots wéér opdook, het onoverkomelijk scheen. Een mens heeft niet alles in de hand, zichzelf misschien nog het minst. En zo is de lijn voor Hugo, zijn lijn, tot op het eind ook echt verder doorgetrokken.

Hugo hield van gezelligheid, hij hield van mensen - in het bijzonder zijn familie - wie niet, maar bij hem was dit toch zeer uitgesproken en van méér dan één glas daarbij hield hij, zeker in zijn felle jaren, want die heeft hij ook gehad. Geïnteresseerd bleef hij tot op het laatst, in al wat reilde en zeilde in de groep missionarissen waarvan hij uitdrukkelijk deel uitmaakte. Zijn oogjes begonnen te glinsteren als hij zelf weer eens een primeur had en die bij beetjes losliet en vertelde. Hij die anders niet zo heel spraakzaam was. Iedereen keek daar dan van op. Ja, hij heeft deugd gehad van zijn lang leven. Vandaag zou hij 89 jaar geworden zijn. Leven ja, dat ook altijd weer getekend wordt door wat we liever niet zien, liever niet horen, liever niet voelen ook, maar het gebeurt wel allemaal, omdat wij samen mensen zijn, ook maar mensen. Het kan blijkbaar niet zonder dat. Uiteindelijk ook wel om de zin te bewaren naar meer en beter, ook daarvoor blijken wij gemaakt.

We hoorden het in het evangelie: gemaakt voor een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, de eerste hemel en de eerste aarde zijn dan voorbij. En ook de zee, dat betekent voor de bijbellezer: al wat ons als kwaad bedreigt. Wel, dat zal niet meer zijn. De tent van God staat dan bij ons mensen, met Hem in ons midden die alle tranen uit de ogen wist. De dood zal niet meer zijn - al het oude is dan voorbij. Het is dan, zoals geschreven staat: IK ZAL ER ZIJN, DAT IS MIJN NAAM.

Daarmee moeten wij het doen. Daarmee mogen wij doen, alles wat nog mogelijk is.

En Hugo, ja in zijn dapper spoor
naar Gods oneindig land laten wij lopen
hem achterna, die hoopte wat wij hopen:
hij is niet méér dan enkele stappen voor. AMEN
(naar Anton van Wilderode)

Willy Vanhaelewyn

Pater Marcel Dobbelaere

Geboren in Ledeberg op 8 februari 1935

Religieuze geloften op 8 september 1958

Priester gewijd op 4 augustus 1963

Missionaris in Haïti en in België

Overleden in Kortrijk op 10 januari 2021

"Voorwaar ik zeg je, al wat je gedaan hebt voor één van de minsten van mijn broeders en zusters, dat heb je ook voor Mij gedaan. Kom binnen in mijn Rijk." (Mattheüs 25, 40)

"Veel moed, Marcel, en God zegene en beware je", zei ik tegen Marcel in mijn laatste contact per telefoon, de dag vóór hij werd opgenomen in de intensieve zorgen van het AZ Groeninge te Kortrijk. Hij antwoordde: "Dank je om mij te telefoneren. Zorg goed voor jezelf, Jozef." Ik wist niet dat dit mijn afscheid van Marcel zou zijn.

We waren zeven jaar goede buren. Hij was aalmoezenier in het WZC in Eke en ikzelf in De Pinte. Wanneer de confraters - die van Oost-Vlaanderen afkomstig zijn, of daar pastoraal werk doen - viermaal per jaar samenkwamen, reed Marcel voor die samenkomsten steeds met mij mee naar Letterhoutem. Zo hadden we altijd aangename gesprekken. Toen hij in mei 2018 naar Kortrijk verhuisde, miste ik hem, maar gelukkig konden we elkaar terugzien op de eerste dinsdag van de maand, voor de recollecties in het huis van Scheut in Kortrijk. Maar dan kwam de COVID-19-crisis...

Marcel had zelf zijn uitvaartdienst goed voorbereid met gekozen en geschreven teksten, gebeden en lezingen voor zijn afscheidsliturgie en rouwprentje. Hij wilde dat het zo eenvoudig mogelijk zou zijn, hetgeen we hebben proberen naleven door zijn script te volgen.

Marcels eenvoud, nederigheid, vriendelijkheid, hartelijkheid, dienstbaarheid en dankbaarheid zijn enkele kwaliteiten waarvan de mensen, die hem gekend hebben in de plaatsen waar hij benoemd werd als missionaris van Scheut, kunnen getuigen.

"Wat je aan de minsten van de mijnen hebt gedaan, dat heb je ook aan Mij gedaan", lezen we in Matteüs, hoofdstuk 25 vers 40. Marcel heeft geprobeerd om dat in Haïti in de praktijk te brengen - in de parochies van La Gonâve, Pignon, Mombin Crochu en Saintard - als administratief directeur van ATAAC en als econoom in Port-au-Prince, ten dienste van de confraters in Haïti. Later diende hij zijn confraters in België, als econoom in Schilde en als vice-rector in Zuun.

Ik heb verschillende keren gehoord van familieleden van bewoners van het WZC Lichtervelde in Eke hoe Marcel als aalmoezenier elke namiddag tijdens de week trouw kamerbezoeken deed. Hij luisterde naar de vreugden en pijnen van de mensen. Hij dronk koffie met hen in de cafetaria en zijn gulle glimlach en kwinkslagen waren welkom.

Marcel heeft kranig zijn ouderdomskwalen gedragen. Enkele jaren geleden werden zijn ogen steeds zwakker en daarom moest hij in 2018 stoppen met voor te gaan in de eucharistie voor de bewoners en de zusters in het WZC Lichtervelde. Dan kwam de verhuis naar het missiehuis van Scheut in Kortrijk en de uitdaging om zich aan te passen en te integreren in de West-Vlaamse cultuur...

Zijn roeping als religieus missionaris en priester heeft hij steeds gevoed met zijn diep gebedsleven. Ik herinner mij dat - tijdens de Ontmoetingsdagen CICM-BNL - ik hem dikwijls zag bidden in de kapel, nog vóór de confraters aankwamen voor het morgengebed.

Marcel heeft een mooi dankgebed geschreven voor zijn rouwprentje:

"Dank aan de Heer mijn God die me steeds nabij was in alle omstandigheden, goede en minder goede.

Dank aan u mijn confraters en aan allen die ik heb mogen kennen en ontmoeten, voor de blijvende genegenheid en verbondenheid.

Dank aan u goede vrienden, dichtbij en veraf, voor uw vriendschap in liefde en trouw, zonder onderscheid van taal of kleur of stand.

Over de grens van het leven blijf ik met u allen verenigd bij de Heer onze God. Amen."

Jozef Lapauw

Pater Lieven Laga

Geboren in Kortrijk op 4 september 1937

Religieuze geloften op 8 september 1957

Priester gewijd op 5 augustus 1962

Missionaris in Haïti en in België

Overleden in Kortrijk op 7 januari 2021

In kleine kring nemen we afscheid van een ingoede, hartelijke, gastvrije confrater en een lief familielid. Hij zal het meest herinnerd worden als iemand die de armen graag zag en hen een warm hart toedroeg: elke mens was voor hem van tel, de meest berooide die aanklopte aan zijn deur, de zieke die hij bijstond... Voor Lieven was elke mens de moeite waard.

Het missie-avontuur is voor Lieven zeker begonnen in het gezin van vader Laga en moeder Hanssens. Hier werd de kiem gelegd van de warme mens die Lieven zou worden, met liefde voor het geloof en zin voor schoonheid. De vonk die oversprong om missionaris te worden moet zeker gelegen hebben in zijn collegetijd.

Zijn seminarietijd in Scheut was volop gekenmerkt door het Concilie, een tijd van grote verwachtingen die stilaan doordrongen naar Latijns-Amerika en later naar het eiland Haïti, met het document van Medellin. In normale tijden zouden we hier met velen gestaan hebben rond onze lieve klasgenoot en confrater, pè Laga, Lieven.

Lieven begon zijn zending in Haïti, in de uitgestrekte bergparochie Vallières. Een gebied zonder berijdbare wegen. De verafgelegen gemeenschappen konden enkel bereikt worden te paard of met de muilezel. Hij was er pastoor en beschikte over twee medepastoors. Lieven was er bekend als iemand die met iedereen in goede verstandhouding leefde en een luisterend oor had voor nieuwe initiatieven. Hij moedigde zijn collega's aan om die dan ook te realiseren. Lieven was overal bekend als een uitstekend ruiter. Wie herinnert zich niet zijn paarden Mustang en Papillon. Hij fladderde door berg, dal en diepe ravijnen, op bezoek bij de christelijke gemeenschappen. Samen met hen las hij de Bijbel, het woord van God, het woord dat verkondigde dat het Rijk van God aanwezig was onder ons en dat een nieuwe wereld mogelijk was: een wereld van vergeving en verzoening, een wereld van delen en verdelen en een wereld van broederlijkheid en solidariteit. Een wereld van liefde waarvoor we ons samen moesten inzetten, om zo te komen tot een meer rechtvaardige en vredevolle maatschappij in Haïti. Zo leefde Lieven samen tussen die vele uitgebuite mensen, met hen zoekend naar de realisatie van de droom van God voor deze wereld. Hij organiseerde de gezondheidszorg, richtte scholen op. Velen die nooit de banken van de school gezien hadden, werden aangemoedigd om hun eigen realiteit te lezen en te schrijven. Ze werden bewustgemaakt van het belang van de alfabetisering, zodat ze stilaan begrepen dat de situatie waarin ze leefden onrechtvaardig en wreed was en helemaal niet beantwoordde aan de droom van God voor alle mensen op deze wereld.

Na vele bloeiende jaren in de bergen werd Lieven benoemd in de pleinen en werd hij pastoor van de grote parochie van Pignon, met haar prachtige kerk. Daar kwam hij in een nieuw pastoraal landschap terecht, met een poging tot groeiende samenwerking tussen de naburige parochies. Voor mij, zijn naaste buurman, een zeer deugddoende en rijke ervaring, waarin ik Lieven altijd zal herinneren als de vriend met het luisterend oor, zijn geïnteresseerde blik en zijn openheid om ook anderen binnen te laten in zijn parochiewerk. Ging er een te ver, dan was één van zijn grote gaven dat hij kon vergeven en vergeten. Altijd streefde Lieven naar vrede en broederlijkheid. Ten overstaan van autoriteiten was hij standvastig in zijn opkomen tegen onrecht. Als buurman van de kazerne letten de soldaten op om niemand te onmenselijk aan te pakken.

Na vele jaren Pignon werd Lieven benoemd als pastoor in de parochie Saltadère, een dorp aan de grens met de Dominicaanse Republiek. Daar werkte hij verder aan de uitbouw van een rechtvaardiger en leefbaarder Haïti, aan de droom van God voor dit getormenteerde land. Als steun en toeverlaat kon hij nu rekenen op de steun van Myriam, nu slotzuster in Brecht.

De laatste stap in zijn missie-activiteit bracht hem terug naar waar hij begonnen was, Bois de Lorenz, vroeger buitenpost van zijn eerste parochie Vallières, intussen opgericht als zelfstandige parochie. Daar werkte hij nog vele jaren tot zijn gezondheid hem verplichtte om - na bijna 50 jaar missie - terug te keren naar België, waar hij nog 10 jaar het beste van zichzelf zou geven in WZC Heilige Familie te Deerlijk. Toen ik hem bezocht, voelde ik mij opnieuw in Haïti. Je voelde dat daar zijn leven was: die gastvrijheid, die geïnteresseerde blik en dat luisterend oor naar berichten van het verre eiland.

Stilaan verloor hij fysieke kracht en moest hij loslaten wat hem lief was. Hij ging naar het missiehuis van Scheut in Kortrijk, zijn geboortestad. Hij was er gelukkig, maar veel tijd werd hem niet gegund. Corona beperkte hem erg in zijn contacten, tot die vermaledijde ziekte hem zelf trof. Zo zijn we hier onverwacht samen in kleine kring en hier, waar het leven begon, geven we hem ook uit handen. Onverwacht neemt zijn avontuur hier een einde. Het verhaal van een warme mens waarin het verhaal van Jezus handen en voeten heeft gekregen, een lieve mens van God. Vroeger werd op het einde van de liturgie het In Paradisum gezongen waar de arme Lazarus als eerste de overledene zal ontvangen. Vandaag wordt Lieven ontvangen door een arme Haïtiaan die zelfs de kruimels van de tafel van de rijke niet werd gegund. Deze arme sloeber zal zeggen: "m byen kontan ou la zanmim antré lakay papa ou" ("welgekomen mijn vriend, kom binnen in het huis van je Vader"). Pater Lieven, nu voor altijd bij God.

Paul Hanson